In Heino lopen er weinig mensen rond die nog nooit van Nico Neplenbroek gehoord hebben, maar beroemd? Zo wil Nico zichzelf niet noemen. “Eerder berucht”, lacht hij. “Maar wel op een goeie manier hoor! De meeste mensen zullen me wel kennen van één van mijn gekke acties.” Nou Nico, dat denken wij ook. Hoog tijd voor een goed gesprek.
Wie Neplenbroek Meubelstoffering binnenstapt, loopt meteen al tegen één van Nico’s laatste ‘projecten’ aan. Middenin zijn zaak staat een groot schilderij met daarop twee historische figuren à la Rembrandt. Gewapend met smartphone en oortjes staan ze rondom een bankje met de tekst ‘Time to sit down for a real conversation’. “Het is een knipoog naar de huidige tijdsgeest waarin er alleen nog online gecommuniceerd lijkt te worden, maar je moet het vooral heel letterlijk nemen”, vertelt Nico terwijl hij zich omdraait en op het bankje ín het schilderij gaat zitten. Hij lacht hard. “Dat had je niet verwacht hè? Het Rijksmuseum organiseerde de expositie Rembrandt 350 jaar en dit bestond nog nergens ter wereld, dus dat vond ik wel een leuke uitdaging. José Reuvekamp maakte dit schilderij en ik heb net zolang geprobeerd totdat ik haar werk kon drukken op de perfecte elastische stof. Hij is mooi geworden hè?” Mooi is ‘ie zeker. Uniek ook, precies wat Nico kenmerkt. Hij doet het bij voorkeur nét even anders dan anderen. “De radertjes in mijn hoofd draaien continu, dus ik heb altijd weer een nieuw idee. Ik vind het gewoon leuk om iets te bedenken wat nog nooit iemand heeft gedaan.”
In het nieuws
We zouden dit hele blad vol kunnen schrijven met ál Nico’s creaties, maar er zijn er een paar die we echt even moeten noemen. De lantaarnpaal-airbag bijvoorbeeld. “Er stond een lantaarnpaal heel onhandig voor mijn bedrijfspand. Klanten reden daar steeds tegenaan, maar de gemeente wilde ‘m niet verplaatsen. Ik bedacht daarom zelf maar een oplossing: de lantaarnpaal-airbag.
Het was gewoon een blok schuim met een mooi stofje rondom die paal, maar het werkte perfect! In de media werd het nogal een dingetje: RTV Oost, Edwin Evers en alle kranten hingen aan de lijn.” De lantaarnpaal is inmiddels alsnog verplaatst, maar Nico verkocht wel 100 airbags. “Leuk hoor, maar ik was er op een gegeven moment wel weer klaar mee. En door, zeg ik dan altijd.
Laat mij maar weer lekker stoelen stofferen.” Zodra het stofferen ter sprake komt, verschijnt er op Nico’s gezicht een nóg grotere lach dan normaal. “Het is het mooiste vak ter wereld. Elke ochtend sta ik op en denk ik: ja, ik mag weer!” Als jongetje van vijftien wilde Nico eigenlijk meubelmaker worden, maar tijdens zijn opleiding kwam hij in aanraking met het stofferen van meubels. “Ik was meteen verkocht, want daarin kon ik echt mijn creativiteit kwijt. Een meubel moet natuurlijk vooral functioneel zijn, met stof kun je wat meer uitpakken.”
Dat ‘uitpakken’ staat bij Nico vaak garant voor gekkigheid, maar het afgelopen jaar zette hij zijn creativiteit ook in voor een wat serieuzere zaak. Vanwege de anderhalve meter-regel konden er in coronatijd geen EHBO- of BHV-trainingen plaatsvinden, maar daarvoor kwam een oplossing: “Ik maakte een flexibele pop zodat er tóch geoefend kon worden. Die poppen worden nu in heel het land gebruikt”, vertelt Nico terwijl hij het krantenartikel uit zijn plakboek laat zien. “Ik vind het mooi om me ook voor dit soort dingen in te zetten. Die trainingen zijn hartstikke belangrijk,
wie weet redt het een mensenleven.”
Hete badeend
Waar je Nico Neplenbroek nog meer van zou kunnen kennen? Nou, van de carnaval bijvoorbeeld! Al vanaf zijn tiende doet hij mee aan de optocht. Jarenlang bouwde hij met de Oelewappers aan grote wagens, maar de laatste tien jaar trekt hij er vaak alleen – of met zijn zoon Bennie – op uit. “Daarin kan ik echt al mijn creativiteit kwijt. Ik zie het als een uitdaging om elk jaar weer met iets origineels te verzinnen, iets met een knipoog naar de actualiteit.” Die kunst beheerst Nico als geen ander. Zo liet hij zich inspireren door de hit ‘Liever te dik in de kist’, maar maakte hij ook creaties over sjoemelsoftware en Max Verstappen. Of nou ja: Max Ver-stappen: een 8 meter hoge pop die door middel van touwtjes ook echt kon stappen. En dan was er ook nog de badeend. “Dat was toch wel de grootste knaller”, lacht Nico. “Ik had een Lelijke Eend gevuld met water en daarin zat ik in mijn gele Dries Roelvink zwembroek. Achteraf gezien was het water echter iets té warm. Onderweg voelde het al niet helemaal lekker, maar ik moest na de optocht echt even bijkomen, haha! Mensen hebben het er nog altijd over. Het is toch heerlijk om mensen een glimlach op hun gezicht te bezorgen?” Na twee jaar afwezigheid is het deze maand eindelijk weer tijd voor een carnavalsoptocht, wat Nico’s plannen zijn? “Daar ga ik natuurlijk nog niks over zeggen”, grijnst hij. Maar geen zorgen hoor, dat komt helemaal goed. Ik geniet alvast van de voorpret.”
Wereldrecord
De wand van Nico’s werkplaats hangt vol met foto’s van zijn opvallende acties, maar om één kunnen we (letterlijk) niet heen: de grootste stoel ter wereld. “Ik bouwde een stoel van 6 meter hoog en 4 meter breed en die bekleedde ik live tijdens de Pompdagen met 60 meter stof. Ik heb er zelfs het Guinness Book of Records mee gehaald”, vertelt Nico trots. “De stoel heeft daarna nog een tijdje hier voor de zaak gestaan, maar er zaten elke avond hangjongeren in. De grootste stoel ter wereld is daarvoor natuurlijk een mooi plekkie, maar iedere morgen stond ik bierflesjes en sigaretten te ruimen. Ik heb ‘m dus maar weggedaan. Inmiddels is er ook een grotere stoel, dus dan ben ik er ook wel weer snel klaar mee.” Overigens was dit niet eens de enige bijzondere stoel van Nico’s hand. Speciaal voor het afscheid van Beatrix maakte hij namelijk een bankje met daarop een prachtig schilderij van de toenmalige koningin. “Het Rijksmuseum organiseerde een expositie ter ere van Beatrix’ afscheid. Iedereen kon een kunstwerk insturen, dus ik dacht: dat is iets voor mij! José schilderde Beatrix en ik heb haar werk op een bankje gestoffeerd.” Nico’s bankje werd niet uitgekozen, maar hij kwam wél in het programma van Paul de Leeuw terecht. “Paul heeft ons bankje afgeleverd bij het koninklijk huis. Ik heb later nog eens een brief naar Beatrix gestuurd om te vragen wat ze van het bankje vond. Wat denk je? Ik kreeg een brief terug van de Rijksvoorlichtingsdienst! Ze konden mijn vraag niet beantwoorden, omdat ze over privézaken geen uitspraken mogen doen, haha! Ze schreven overigens wel dat de bank een mooie plek heeft gekregen. Waarschijnlijk staat ‘ie ergens in een opslag, maar zeker weet ik het niet. Ik fantaseer daarom lekker verder over mijn Beatrix-bankje in de entree van het paleis.”