“De Pompdagen zitten in mijn hart”
Hij is een rasechte Mariënheemer, maar dankzij al zijn werk tijdens de Pompdagen mag hij zichzelf 5 dagen per jaar Heinoër noemen. Dat doet hij overigens met trots, want na jaren voor én achter de schermen bij het dorpsfeest betrokken te zijn geweest, hebben de Pompdagen een speciaal plekje in zijn hart veroverd. Toch neemt hij dit jaar na 32 edities trouwe dienst afscheid. Slechts 20 jaar was ‘ie, toen hij zijn eerste Heinose klus kreeg.
Ben van Gurp vroeg hem om muziek te maken tijdens een drive-in-show bij Zwembad De Tippe. “Daar deed ik blijkbaar iets goed, want al snel zei hij: ‘Ik wil je hebben voor de Pompdagen’. Jan Seine stopte met de ‘Paalpraat’ bij het paalzitten en toen werd ik gevraagd om dat over te nemen. Elke avond om 20.00 uur deed ik mijn verhaal, kletste ik een halfuurtje met de paalzitters en dan ging ik weer naar huis. Ik was nog maar een broekie van 20, maar ik vond het hartstikke leuk”, blikt André terug. In de jaren die volgden werd hij voor steeds meer zaken gevraagd. Zo nam hij de opening en sluiting van de Pompdagen voor zijn rekening en pakte hij verschillende presentatieklussen op. “Op een gegeven moment kwam daar de techniek bij met mijn eigen bedrijf Invincible Productions en in de laatste jaren was ik samen met de commissie verantwoordelijk voor het muziekprogramma in Hof van Rakhorst. Ik ben dus wel meer van de voorgrond naar de achtergrond gegaan. Bewust hoor, want ik houd me nu veel bezig met de hospitality. Zo zorg ik dat alles rondom de artiesten goed is geregeld: van het ontvangst tot hun eten en drinken.”
Waardering
Als André alles zo opsomt, is het moeilijk voor te stellen dat hij volgend jaar niet meer op de Pompdagen rondloopt. Iets dat hij zelf overigens ook een behoorlijk gek idee vindt. “Dat wordt heel raar, al die jaren is de derde week van augustus het domein van de Pompdagen geweest. Woensdagochtend 8.00 begonnen we met bouwen, vervolgens was ik er elke dag tot zondagavond 21.00.
Mijn familie grapte weleens dat ik beter in Heino kon gaan wonen”, lacht hij. “Best bijzonder eigenlijk: bijna iedereen in Heino kent mij als niet-Heinoër. Ik heb altijd ontzettend veel waardering gekregen. Hans Egelie zei ooit zelfs: ‘Het maakt niet uit hoe je het doet, wat je doet, met wie je het doet, als André maar blijft’. Dat maakt me echt trots.” Waarom hij dan toch stopt? “Weet je,
het is gewoon een keer klaar en dit voelt als het juiste moment. Corona was niet mijn grootste drive om te stoppen hoor, maar het heeft mijn beslissing wel versneld. De hele industrie heeft 2 jaar stilgestaan en ik merkte dat ik het best moeilijk vond om de hele boel weer op te starten. Normaal ging alles op de automatische piloot, dacht je overal aan. Voor mijn gevoel moest ik nu weer helemaal opnieuw beginnen. En laten we eerlijk zijn: die 2 jaar rust was natuurlijk ook wel fijn.” En wat dan nu, in de derde week van augustus? André lacht. “Het zou voor het eerst zijn dat ik gewoon even een drankje kan drinken. Dat wordt nog wel lastig hoor, want ik ken mezelf; ze moeten me wegslaan achter die mengtafel. Toch weet ik zeker dat ik het in goede handen overdraag en
dat er een organisatie staat die zichzelf prima kan redden. En voor nu gaan we er gewoon nog één hele mooie editie van maken.”