Rico Harder zegt topsportcarrière vaarwel en gaat verder als judotrainer
“Ik ben toe aan een normaal leven”
Wat zal het een rare gewaarwording voor hem zijn als hij op een zondag de mountainbike pakt om in de omgeving van Heino door modder en over hellingen te crossen. Of om met de buren eens mee te doen met een recreatief volleybaltoernooi. Niet omdat Rico Harder a-sportief is. Integendeel zelfs! Het gevoel ontstaat meer omdat hij nooit tijd had voor andere sporten. Zijn leven stond namelijk altijd in het teken van judo. Al vanaf het moment dat hij kon lopen, stond hij ook met z’n voetjes op de tatami.
De judomat was dus jarenlang de beste vriend van de Heinoër die in augustus zijn laatste internationale wedstrijd judode. We spreken hem terwijl hij in Zwitserland verblijft. Even contact met z’n Zwitserse coach en nog een wedstrijdje met z’n team. “Dat was meer voor de lol”, geeft hij aan dat de wedstrijdspanning niet heel groot is geweest. “En nadien kon ik er nog mooi enkele dagen vakantie aan vastplakken.”
Het zijn zeg maar de naweeën van een mooie sportcarrière die hem driekwart jaar na zijn laatste internationale toernooi toch nog wel dubbele gevoelens bezorgt. Natuurlijk is er de trots over mooie prestaties en podiumplaatsen, maar het knaagt ook wel aan hem dat hij het judopak al in z’n 24ste levensjaar aan de wilgen moet hangen. “Ik zie nu gasten medailles winnen die ik al eens heb verslagen”, aldus Rico die er ook weer niet te lang bij stil wil staan. “Het is een goede beslissing geweest om te stoppen. Ik kwam net terug van een blessure en het ging niet meer zoals voorheen.”
Hij gaat het ongetwijfeld missen om zijn tegenstanders met schouderworpen en heupzwaaien op de grond te brengen, maar weet tegelijkertijd dat er iets belangrijks voor terug komt.“Ik ben eigenlijk wel toe aan een normaal leven”, schiet hij in de lach om zijn eigen woorden. “Topsport kost veel tijd en energie. Zo moet je bijna elke dag twee keer trainen en je hebt nauwelijks de gelegenheid naar een feestje te gaan en een drankje te nuttigen.”
Tweede op EK
In zijn topsportperiode was het vizier uitsluitend gericht op het behalen van prestaties. Dat was alleen mogelijk dankzij de steun van zijn ouders. Hij is ze dan ook ongelooflijk dankbaar dat hij dit heeft mogen en kunnen doen. “Ik heb nooit kunnen leven van de judo, dus ik moest het hebben van de ondersteuning van mijn ouders. Zowel in geld als in tijd. Als je nagaat hoeveel tijd ze kwijt waren om mij naar judotraining te brengen…”
Rico is slechts een blauwe maandag bij de judovereniging in Heino (training in het onderkomen van de plaatselijke tafeltennisverenigingen) actief geweest, maar na het opheffen van die club begon zijn reis door de regio. Eerst Dalfsen en toen heel lang in Raalte. “Het voordeel in Raalte was dat men daar onderdeel uitmaakte van een vereniging uit Nijverdal en dat ik daar ook werd uitgenodigd om te trainen. En Nijverdal behoorde weer tot de regio Twente waardoor ik een voet tussen de deur kreeg en extra trainingen kon volgen bij Topjudo Twente in Enschede. Ook heb ik getraind in Nieuwegein en Heerenveen. Voor mijn ouders betekende dat soms een uur rijden, twee uur naar de training kijken en weer een uur terug in de auto. Tja, best een hele opgave.”
De vele trainingsarbeid op hoog niveau heeft hem als judoka gevormd en het heeft zeker ook z’n vruchten afgeworpen. Het meest trots is hij op de tweede plaats die hij in 2015 behaalde op het EK voor deelnemers onder de 23 jaar. Internationaal scoorde hij zeker ook met de vijfde plaats op het WK voor junioren. “En daar had meer in gezeten. Ik dacht een punt gemaakt te hebben, maar de jury oordeelde helaas anders. Anders was het brons binnen bereik geweest. Uiteindelijk moet ik wel zo eerlijk zijn dat het gewoon niet goed genoeg was, maar ik was er zo dichtbij…”
Door het geloof in eigen kunnen hield hij het zo lang vol om op topniveau te trainen. “Toch denk ik soms dat ik wel wat meer had kunnen bereiken.” Is het dan de zware concurrentie die hem de das om heeft gedaan? “Dat speelt een rol, maar er is meer. Ik ben meer een technische judoka, terwijl de stijl van veel collega’s is gebaseerd op kracht. Dat maakt het voor mij lastig om hen uit te schakelen. Overigens is er in het judo niemand te vinden die nooit verliest. Eén foutje kan je al de das om doen en iedereen heeft wel eens een moment dat je iets minder geconcentreerd bent”, aldus Rico die benadrukt dat talent uiteraard van doorslaggevende betekenis is. Met andere woorden: als je goed genoeg bent, kun je iedereen verslaan. “Ik kijk graag naar een judoka als Mark Huizinga (o.a. Olympisch kampioen in 2000) die het ook moet hebben van de techniek. Hij is gestopt, maar in een training legt hij nu nog iedereen op z’n rug.”
Anton Geesink
Het goede aan Rico Harder is dat hij over zelfkennis beschikt en dat hij met een gezonde kritische blik naar zijn judoloopbaan kijkt. Toch durft hij het aan om zijn carrière op de tatami met een 8 à 9 te waarderen. Het hoge cijfer is enigszins gebaseerd op het feit dat hij als topsporter de kans heeft gekregen zich als mens te ontwikkelen. “Ik ben echt superblij dat ik dit heb mogen meemaken. Hoe je het ook wendt of keert, het is toch een vorm van luxe dat ik voor topsport heb kunnen kiezen. Je leert er ontzettend veel van. Ik ben op de meest bijzondere plekken in de wereld geweest en je krijgt van elk bezoek wel iets mee. Of het nu gaat om Miami of landen als Taiwan en Japan. Japan is natuurlijk het judobolwerk pur sang. Als ze daar horen dat je uit Nederland komt, beginnen ze gelijk over Anton Geesink. Er is nog steeds groot respect voor de eerste niet-Japanner die Olympisch goud heeft gewonnen.”
Ook Rico kent de verhalen wel van oud-topsporters die na hun prachtige carrière in het zogenaamde zwarte gat terecht komen. Zelf heeft hij echter geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat het met hem dezelfde kant op gaat. De Heinoër heeft namelijk een prachtige nieuwe uitdaging gevonden. “Ik ben benaderd om vanaf de zomer aan de slag te gaan als judoleraar. Voor dertig uur in de week en de club is bereid om mijn opleiding te betalen. Ik vind het spelletje gewoon nog te leuk en ik hoop me verder als trainer/coach te kunnen ontwikkelen.”