Hoezo beroemd in Heino?
Decennialang was de Wierdense Revue een landelijk begrip
Twentenaren in heel Nederland genoten van Graads, Dika, Moo en Hennik. Inmiddels is er al lang en breed een eind gekomen aan de oorspronkelijke Revue. Toch worden er ook nu allerlei herinneringen opgehaald. Tijdens een tentoonstelling in Wierden en bij ‘Een ode aan de Wierdense Revue’ bijvoorbeeld. En speciaal voor Hoezo Heino kijkt Moo, oftewel Greeth Wassink-Rutgers, ook nog een keertje terug.
Terugkijken is niet iets dat Greeth geregeld doet trouwens. In de gang van haar appartement hangt dan wel een portret van Moo, maar haar hulp merkt op dat er nauwelijks over de Wierdense Revue wordt gepraat. “Ik ben niet zo bezig met het verleden”, aldus de 90-jarige die tegenwoordig in Heino woont. Greeth is juist erg bezig met het ‘nu’. Kan zich druk maken over het ongeluk in Haaksbergen of, verder weg, de situatie in Syrië en Irak. Ze opende in 2010 echter wel de tentoonstelling over de historie van 50 jaar Wierdense Revue. “Ze gaven mij de eer om het te openen. Toen dacht ik: zal ik het dan toch maar doen?” Ze kreeg een mooi welkom. En hoorde daar van veel Wierdenaren wat de Revue betekend had. Voor hen persoonlijk en voor de gemeenschap. De Revue had immers geld opgehaald, voor kruisverenigingen, het zwembad. “Die reacties waren bijzonder. De tentoonstelling was heel aardig in elkaar gezet, met veel zorg gedaan.” Toch had ze ook een beetje een gevoel van ‘teveel eer’. “Het was een erg leuke tijd, waarbij ik veel lol gehad heb. Ik had er centen mee verdiend, die toen welkom waren.” Met nadruk: “Je moet het ook echt in de tijd zien.”
Eerst dus nog even wat verder terug in de tijd. Naar 1929. Vanwege haar vaders werk voor de Heidemaatschappij belandde het gezin vanuit Dordrecht in Wierden. Greeth was destijds 5 jaar. “Ik kwam bij meester Gierveld op de openbare school en viel op omdat we Nederlands spraken. Het Twents dialect heb ik daar goed geleerd. Thuis spraken we het niet. Als ik al een keer dialect sprak, zei mijn moeder meteen: ‘Hou je mond nou maar, anders gaat het niet goed.’ Nog zoiets, iedereen zei papa en mama. Wij zeiden vader en moeder.” Een klas boven haar zat Gerard Höften. Toentertijd een schoolvriendje, die haar ooit het mooiste meisje van de school noemde. “Hij kwam uit een vrijzinnig, hardwerkend gezin. Middenstanders met een flinke zaak.” Gerard zou altijd een goede vriend blijven.
Voor haar trouwen werkte Greeth bij Ter Horst Jutefabriek als sociaal werkster. Na de oorlog stuurde ze er twaalf gezinsverzorgers aan die bij gezinnen thuis kwamen. Vanuit de textielfabriek richtte ze een toneelclub op met werknemers. Gerard kwam daar wel eens kijken. In 1949 kwam hij bij haar, Greeth was toen net getrouwd. Het Groene Kruis had verschillende verenigingen in Wierden gevraagd iets te organiseren om geld op te halen. De kas was leeg. “Toen hebben we samen een toneelstukje in elkaar gedraaid. Gerard vertelde moppen, we deden sketches. Zaten we met zijn tweeën op een bankje. In gewone kleren. Dan vertelde hij bijvoorbeeld wat hij in de oorlog uitgevroten had. Waarop ik reageerde: ‘O, wat eng!’ En hij weer: ‘Ja, veel ruimte hadden we niet.’” Dat gebeurde een aantal avonden in Zaal Niezink in Wierden. De zaal zat steeds vol. Het bracht toen, en ook in latere jaren, flink wat geld op voor de kruisvereniging. Albert Paauwe, later Hennik, verzorgde het licht. Joke Wanschers-Eshuis, Dika, speelde bij de korfbal toneel en kon goed dichten. Deze vier brachten het jaar erop samen Graads, Dika, Moo en Hennik op de planken. Compleet in Twentse klederdracht en zelfs een bok en echte kippen op het toneel: de Wierdense Revue.
“Moo was de inwonende moeder van Dika en schoonmoeder van Graads. De boerin met de portemonnee, dat was altijd zo in die tijd. Bemoeizuchtig. En dat dialect, dat hakte erin destijds! Ik ben taalgevoelig, dat zit in je. Niet nadenken, meteen gebruiken. Ik had zotte invallen en maakte mijn eigen tekst door te improviseren. Gerard ging daar weer goed op in. Ja, dat is eigenlijk de Revue.” Greeth zegt het zo simpel maar volgens mevrouw Jannie van Wulfften-Palthe van de Historische Kring Wierden groeide de Wierdense Revue de eerste jaren uit tot een enorm gezelschap. Met zeker 35 mensen; ballet, band, technici, toneelmensen. Niet zomaar een toneelclubje, echt een gebeuren.
De Revue was vanaf het begin meteen veelgevraagd. Graads, Dika, Moo en Hennik reisden door heel Nederland. Overal waren in grote steden namelijk Twentse verenigingen die hen uitnodigden. “We speelden ook hier in de buurt. Het land in gingen we zo’n eenmaal per 2 of 3 maanden. We werden ervoor betaald, erg fijn in die jaren natuurlijk. De kinderen gingen naar oma. Mijn man reed de auto, er was niet zoveel vervoer toen.” Er was niets eigenlijk. Ook niet qua vermaak. Dat zal mede de reden zijn waarom de Wierdense Revue vanaf het begin populair was. “Mensen wilden lachen, hun zorgen vergeten. Wij ook. De jaren 40-45 waren niet prettig geweest.” Het succes zat volgens Greeth eveneens in het dialect. “De moppen van de Revue, de versjes van Dika, de onzin van Moo en Hennik. Graads kon ook geweldig de domme boer spelen.” De vier luisterden indertijd veel naar de Duitse radio waar moppen vanaf gehaald werden. “En je maakte zelf wel eens wat mee. Hoe vaak we niet snikkend van het lachen thuiskwamen? En verder gewoon alledaagse dingen. Graads naar de dokter bijvoorbeeld.” Het ging echter nooit over politiek en godsdienst. “Waarom niet? Levensgevaarlijk! Nooit tegen de schenen trappen.”
De overige leden van de oorspronkelijke Wierdense Revue zijn inmiddels allen overleden. In 1997 werd de Revue definitief ontbonden. Greeth speelde Moo met name vanaf 1950 tot 1971. Daarna verhuisde ze naar Groningen vanwege het werk van haar man. “Ze haalden me echter zo nu en dan op om in te springen. Op toneel was ik dan meteen weer Moo. Het was toch een rol die je je eigen had gemaakt. In de jaren 80 werd de andere Moo, Miep Sanderman-Vrieze, ernstig ziek en kwam ik terug. We speelden toen niet meer zoveel, hoor. Ik was 70 en Joke zelfs 80 jaar! Zo terugkijkend vind ik de allereerste 10 jaar de mooiste tijd. Toen leefde de man van Joke ook nog, die had een goede inbreng achter de schermen.” Geoefend werd er overigens amper. De Wierdense Revue ontstond op de planken.. “Natuurlijk werden er dingen opgeschreven, gedichtjes en moppen. Al die briefjes, blaadjes en dergelijke zijn nu in bezit van de Historische Kring Wierden. Eigenlijk ontstond de Revue tijdens het spelen. Gewoon spontaan, op het toneel. We waren een hecht stel, enorm op elkaar ingespeeld.”