Oud-Heinoër maakt faam als manager, promotor en programmeur
Een leven zonder muziek is ondenkbaar voor Frank Satink
Als jongetje droomde hij al van een optreden op een groot podium. De mannen aan zijn voeten door zijn virtuoze gitaarspel. De vrouwen in drommen voor zijn kleedkamer in de hoop een glimp van de beroemdheid op te vangen. Het waren mooie dromen en hij kan in ieder geval zeggen dat hij het nog tot bandlid heeft geschopt. Frank Satink (40) beschikt echter over zoveel zelfkritiek dat hij al vrij snel tot de conclusie kwam dat een carrière als muzikant niet voor hem was weggelegd. De man met Heinose wortels zal er geen traan om laten. Als manager, promotor en programmeur heeft hij namelijk veel meer faam gemaakt. ‘Ik ben superblij dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken.’
Satink is net terug uit de Verenigde Staten. Samen met compagnon Rob Telgenkamp van EV’hands bezocht hij een zogenaamd ‘showcase festival’. ‘Ideaal! In een week tijd verzorgen circa tweeduizend bands een live optreden. Uiteraard moet je dan keuzes maken, maar je ziet alles voorbij komen dat in 2014 relevant is of gaat worden. En maak je dus een inschatting of het iets is voor deze regio’, waarmee hij verwijst naar zijn werk voor nationaal bekende festivals/feesten als Zwarte Cross, Stöppelhaene, Dauwpop en Ribs & Blues en voor poppodia als Metropool in Hengelo.
Muziek is de rode draad in zijn leven, daarover bestaat geen enkele twijfel. ‘Ik ben altijd met muziek bezig geweest. Als kind was ik soms blij als niemand me vroeg om na schooltijd buiten te spelen. Dan kon ik mooi naar de radio luisteren. Naar programma’s als De Verrukkelijke Vijftien van de VARA. Ik heb ook veel gevoetbald. Dat was een tweede hobby. Vooral de uitwedstrijden konden me bekoren. Waarom? Dan moesten we met de auto en kon de radio mooi aan. Ik weet nog wel dat ik het jammer vond als we op het sportpark van de tegenstander waren aangekomen…’
Popencyclopedie
Zijn muzieksmaak werd in eerste instantie behoorlijk beïnvloed door drie oudere broers. De voorkeur in huize Satink ging uit naar stevige rock. Van Halen, Kiss, AC/DC, Normaal, dat werk. Zelf ging hij naar eigen zeggen even de verkeerde (lees: commerciële) kant op met zijn voorliefde voor bands als Doe Maar en Duran Duran. Maar op de middelbare school werd Satink’s muzieksmaak echt gevormd. ‘Ik kwam terecht in de alternatieve hoek met bands als Claw Boys Claw, Black Crowes en later The Cult. De muziek was belangrijk en ik wilde alles weten van die bands. De Oor (muziekmagazine, rb) las ik van voor naar achteren. En ’s avonds luisterde ik veel naar de VPRO. Daar kwam allerlei oude muziek voorbij. Ze gaven er veel informatie bij en zo vormde zich mijn eigen popencyclopedie. Als ik er nu op terugkijk, dan lijkt het bijna een obsessie’, lacht Frank die met terugwerkende kracht medelijden heeft met zijn ouders. ‘Stel je eens voor: de broers op hun eigen kamer en allemaal met een stereo-installatie die we zelf hadden verdiend. Op standje hard natuurlijk. Mijn moeder stond ons regelmatig onder aan de trap te roepen voor het eten. Onbegonnen werk…’
Als een kind van hardwerkende, nuchtere ouders koos hij na zijn opleidingen (HAVO, MEAO en P&O op Windesheim) voor een baan in de wereld van personeel en organisatie. Na een jaar of zes begon het echter te knagen. ‘Het beviel prima, maar ik vroeg mezelf af of ik niet wat anders wilde. Iets in de muziek, want dat kwam toch altijd weer bovendrijven. Op vakantie in Andalusië heb ik toen samen met mijn vriendin het plan bedacht om een platenmaatschappij te beginnen. Met bands waarvoor ik vervolgens dan ook weer de boekingen kon verzorgen. Tijdens een Bob Dylan middag in Zwolle kwam ik met iemand in gesprek en die gaf me het laatste duwtje in de rug. Dat was de geboorte van Goomah Music. De eerste band? Dat was The Horse Company met leden van voorheen Prodigal Sons en Damaged Brain.’
Voordat Goomah Music een feit was, werd hij als muziekkenner en –liefhebber al gevraagd om aan te schuiven bij een brainstormsessie over het programma van Dauwpop, het openluchtfestival in Hellendoorn. ‘Ze merkten dat ik aardig fanatiek ben en Rob Telgenkamp liet me al vrij snel weten op zoek te zijn naar iemand met organisatorisch talent die zijn team kon versterken. Mijn hart sloeg drie keer over. Zo’n kans krijg je niet iedere dag en in januari 2007 kwam ik bij EV’hands in dienst. Dat was toen vooral nog een facilitair bedrijf, maar ik mocht als programmeur/promotor aan de slag. Goomah Music is gewoon blijven bestaan en richt zich op het management en boekingen van bands. EV’hands is er met name voor de organisatie van live optredens en festivals.’
Zo is Satink onder andere betrokken geraakt bij de Vierdaagsefeesten in Nijmegen, het Bevrijdingsfestival in Wageningen en het alternatieve festival Let’s get lost in Zwolle. Tevens is EV’hands facilitair ondersteunend bij festivals als Fusion of Dance bij de Wijthmenerplas. ‘Nederlandstalig of dance? Geen enkel probleem. Als een band succesvol is en het past bij de doelgroep moet je het gewoon boeken. Natuurlijk hebben we allemaal wel een persoonlijke voorkeur, maar je kunt in deze branche niet denken in goed of slecht’, klinkt het stellig.
Romantiek
De oud-Heinoër (‘ik kom er nog regelmatig vanwege mijn ouders, een paar vrienden komen er oorspronkelijk vandaan en natuurlijk vanwege mijn werk voor de band Bökkers) constateert wel dat het anno 2014 allemaal vluchtiger is geworden. ‘Door internet is de wereld zo klein geworden, dat er elke dag nieuwe muziek wordt ontdekt. Dat maakt het lastiger om te boeken, want iets wat nu hip is, kan over drie weken wel weer achterhaald zijn. Daarom moet je tegenwoordig meer brengen dan alleen muziek om de mensen te vermaken. Dat is ook een van de redenen waarom Dauwpop sinds vorig jaar voor het eerst te boek staat als beleeffestival. Inderdaad, het krijgt meer het profiel van Lowlands.’
Hij beseft terdege dat zijn verhaal bij sommige lezers associaties oproept van een spannend jongensboek, maar hij weet het allemaal heel goed te relativeren. ‘Natuurlijk is het geweldig om dit werk te doen, maar een groot deel van de tijd ben ik alleen maar bezig om te mailen en te bellen met boekingskantoren. Dat haalt de romantiek er wel aardig van af.’
Amper een paar maanden in dienst bij Ev’hands (inmiddels is hij mede-eigenaar), kreeg hij de taak om de bands bij Dauwpop te begeleiden. En zo stond hij oog in oog met de helden van Deep Purple. Dat was een aardige vuurdoop, want de heren hadden nog wel wat noten op hun zang. ‘Als nuchtere Sallander denk ik dan wel dat het allemaal wat minder mag. De les is dat je moet proberen om alles in het voortraject te ondervangen. Vervoer, catering, geluid. Spijker alles dicht, leg het vast en dan kom je op de dag van het optreden niet meer voor verrassingen te staan. Maar besef wel dat de stemming voor een groot deel wordt bepaald door de ontvangst. Je moet er begrip voor hebben als een band drie maanden op reis is en dan even chagrijnig uit een bus stapt of een bijzondere wens heeft. Het gaat mij niet gauw te gek, zo lang het financieel maar niet over de grens gaat.’
‘No ice no show’
Inmiddels kan hij wel een boek schrijven over al zijn belevenissen met de muzikale genieën c.a. gekken van deze wereld. Wat hem altijd zal bijblijven, is de ervaring met Ten Years After frontman Alvin Lee, de held van Woodstock op Ribs & Blues in Raalte. ‘In het voortraject verliep het al vrij moeizaam en ook op het festival zelf had de manager, Alvin Lee’s vrouw Evi, nog allerlei aanvullende wensen. We hebben alles netjes geregeld en het contact werd steeds beter. Toen ze na een geweldig optreden van het podium kwamen, waren de mannen helemaal ontdooid. ‘This was off the moon’, zeiden ze. Uiteindelijk bleek het de laatste show van Alvin Lee te zijn, want een half jaar later overleed hij. Daarna is er wereldwijd nog een cd uitgekomen met het live optreden op Ribs & Blues. Daarvoor hebben we zelfs nog foto’s van Raalter fotografen aangeleverd. Bij Evi kunnen we niet meer stuk…’
Een ervaring die voor hem duidelijk over de grens ging, was de ontmoeting met Fun Loving Criminals tijdens Dauwpop. ‘De band wilde ijs om cocktails te maken, maar we hadden een probleem met de ijsmachine. Ze gooiden direct de deur in het slot. ‘No ice no show’, lieten ze weten. Toen hebben we de bedrijfsleider van bluescafé De Lantaarn, die hier als gast was, nog ijs laten ophalen. Het optreden begon uiteindelijk bijna een half uur later. Toen ze de deur van de kleedkamer opentrokken, kwam me gewoon een witte rookwolk tegemoet. Ze waren zo stoned als een aap. Het heeft drie nummers geduurd voordat ze de goede versnelling hadden gevonden, maar uiteindelijk werd het wel een goed optreden’, lacht Satink als hij terugdenkt aan dit memorabele moment.
Als we hem tot slot vragen naar een gouden tip voor ons veertigplussers komt hij opnieuw uit bij Dauwpop. ‘Daar is zoveel veranderd in aankleding en uitstraling dat we mensen echt versteld laten staan. Er zijn maar liefst vijf podia die we vanwege de sfeer ook dichterbij elkaar hebben gezet. We moeten hier in Salland toch trots zijn dat dit soort festivals worden georganiseerd? Zo zit ik zelf wel in elkaar. Ook al gaat het om een boekenmarkt in mijn woonplaats Zwolle, ik probeer er wel bij te zijn.’