Noah, Demi en Lena dansen in een wedstrijdteam van DIFF Dance Centre
Na een ellenlange schooldag rustig uitpuffen met een fijne serie op de bank? Voor Demi Houtsma (15), Noah Schotman (16) en Lena Roodvoets (19) is dat er vaker niet dan wel bij. Zij staan namelijk meerdere keren per week op de dansvloer bij DIFF. En zijn ze niet daar? Dan oefenen ze in hun spaarzame vrije tijd wel wedstrijdchoreografieën in hun slaapkamer. Deze meiden doen namelijk álles om de best mogelijke danser te worden.
Hoe niet 1, niet 2, maar 3 Heinoërs terecht zijn gekomen bij één van de beste dansscholen van Nederland? Nou, dat was voor de één een stuk logischer dan voor de ander. Zo was het met Lena’s dans-DNA bijvoorbeeld wel duidelijk dat ze ooit zou gaan dansen. Dat kon ook niet anders met een stijldansende moeder en een vader in ballet. Als klein meisje kwam ze al bij DIFF, daar deed ze jazzballet. Een match was het niet en ze twijfelde een tijdje of ze wel verder wilde met dansen. “Gelukkig kreeg ik de kans om in een selectiegroep klaargestoomd te worden voor audities voor de wedstrijdteams. En dat lukte! Sindsdien dans ik in één van de hiphopteams.” Ook Demi begon al vroeg met dansen, maar dan wel bij de dansmariekes in het dorp. Toen al haar vriendinnen stopten, vond ze het tijd voor een nieuwe uitdaging. “Ik ging op amateurniveau bij DIFF dansen, gewoon voor de leuk. Dat werd pas serieus toen ik werd gescout voor het jazzteam. Inmiddels zit ik op een topsportschool, sta ik elke dag op de dansvloer en train ik verschillende stijlen. Of ik het nooit zat ben? Zeker niet!” En Noah? Die deed jarenlang aan atletiek. “Ik raakte langzaam het plezier een beetje kwijt. Nadat ik op een NK vals startte en werd gediskwalificeerd, vond ik het mooi geweest. Ik hoorde dat er audities zouden plaatsvinden voor wedstrijdteams en ik besloot het er gewoon op te wagen. Ik kon helemaal niet dansen, dacht ik. Opeens werd ik één van de twee gelukkigen voor het hiphopteam.” Op dit moment dansen Lena, Demi en Noah dus allemaal in een wedstrijdteam van DIFF, maar helaas biedt dit geen enkele garantie voor de toekomst. Iedere danser moet namelijk elk jaar opnieuw auditie doen om zich van een plaats in een team te verzekeren. “Zenuwslopend”, zo vindt Lena. En dat kan de rest alleen maar beamen. Noah: “Die dag is vreselijk. Je staat daar met al je vrienden op een rij in wat voelt als een vleeskeuring. Ik voel altijd een gigantische druk; als ik niet doorga ben ik al mijn dansvrienden kwijt, maar vooral de sport waarvan ik ontzettend geniet.” Demi: “Daarin is deze wereld echt spijkerhard. Niet goed genoeg? Dan is het klaar. Gelukkig is het elk jaar nog gelukt.”
Dansfamilie
Wat er zo leuk is aan dansen? Daarvoor hoef je de meiden alleen maar in actie te zien. Ze horen thuis op dat podium. Noah: “Sporten op muziek, dat is toch puur genieten? Daarnaast vind ik het heel bijzonder dat je zo hecht wordt met je teamgenoten. Dat is ook niet gek, want je doet het echt samen. Als iemand verkeerd stapt, sta je allemaal verkeerd. En als iemand te vroeg beweegt, is het hele ritme weg. DIFF voelt als één grote familie; we groeien samen op en worden samen elke dag beter.” Lena knikt: “Ik ga altijd met heel veel plezier naar training. Door mijn studie, stage en bijbaantje heb ik al best een druk leven. Dansen is voor mij daarin echt een uitlaatklep. Ik kan alles eruit dansen, lekker mijn hoofd leegmaken. Als de muziek aangaat ben ik alles vergeten.”
Van een afstandje ziet het dansen er misschien makkelijk uit, maar vergis je niet: deze meiden beoefenen topsport. “Het is zowel fysiek als mentaal best zwaar”, geeft Noah toe. “Je vliegt en springt in 3 minuten alle kanten op. Maar je denkt ook constant na. Je telt letterlijk iedere pas in je hoofd.” Demi vult aan: “En als je de choreografie net onder de knie denkt te hebben, komt de trainer langs en gooit ‘ie alles weer helemaal om. Daar moet je mee om kunnen gaan.” Het harde trainen is gelukkig niet voor niks, om de paar weken staat er namelijk een wedstrijd op het programma. De drie meiden strijden dan – elk met hun eigen team – tegen de beste danscrews van Nederland. En dat niet alleen trouwens, want ze schitteren ook op EK’s en WK’s. Optreden op zo’n groot podium is ‘supergaaf’, daar zijn de meiden het over eens. “Met mijn oude team werd ik op het WK in Engeland achtste van de wereld. Dat gevoel is ongelofelijk”, zo vertelt Lena. Door de coronacrisis stond het een tijdje stil, maar dit jaar staat er eindelijk weer een EK in Duitsland op het programma. “Daar kijk ik nu al naar uit, alsof we op schoolreisje gaan”, lacht Demi.
Voorbeeldtrainers
Wanneer we deze danstalenten vragen naar hun rolmodellen, volgt er een verrassend antwoord: “Dat zijn de trainers van DIFF. Onze docenten behoren tot de top van ons land. We zien hen op tv en dat motiveert enorm. Ik wil net zo goed worden als zij”, zegt Demi. Noah knikt: “Mijn eerste trainer heeft me veel later huilen, maar dankzij hem ben ik op dit niveau gekomen. Mijn huidige trainer vraagt veel van me, maar weet ook álles van me. Als ik een keer slecht dans, ziet ze meteen dat er iets is. Ik kan altijd bij haar terecht. Voor advies, maar ook voor een arm om me heen.” Voor de toekomst hebben Demi, Noah en Lena genoeg plannen, maar gek genoeg zien ze zichzelf niet per se in de danswereld. Lena wil doorstuderen, in social work.
“Ik droom er niet van om professioneel danser te worden, maar ik wil wel graag blijven dansen op dit niveau. Ik vind het nog veel te leuk.” Noah droomt ervan om nog eens een WK mee te maken, maar ze ziet zichzelf toch vooral in de collegebanken: “Zodra ik mijn vwo-diploma heb, ga ik rechten studeren en stoppen met dansen op hoog niveau.” Voor Demi ligt dat allemaal iets anders. Via de topsportschool en een vooropleiding wordt ze klaargestoomd voor een dansopleiding. Ze traint elke dag, maar twijfelt over de toekomst: “Tuurlijk zou ik professioneel willen dansen, maar ik weet ook dat het een ontzettend moeilijke wereld is. Daarnaast heb ik ook andere dromen. Zo zou ik graag bij Artsen zonder Grenzen werken, maar ook dansles geven aan kinderen lijkt me tof. Mijn dansjuf was vroeger mijn voorbeeld, ik hoop dat voor anderen te worden. Ik blijf sowieso altijd dansen, maar ik weet nog niet of dat op een dansopleiding is. Die keuze schuif ik nog even voor me uit.”