Monumentale buitenplaats ’t Rozendael in Heino is weer helemaal in bedrijf
Het is een drukte van belang op deze maandagochtend, nog vóór negenen. Er wordt geharkt, gezaagd, gepoetst. Kortom, er wordt gewerkt op landgoed ’t Rozendael in Heino, zowel binnen in het statige witte landhuis, als buiten in de kleurrijke natuur. Her en der langs de imposante oprijlaan staan werkbusjes en auto’s gestald en overal zijn mensenhanden bezig.
De herfst laat zich hier van zijn beste kant zien in duizenden warme kleuren, maar terwijl Dolph baron van Ittersum als een volleerd barista een verse cappuccino uit zijn espressomachine perst, zegt hij: “Ik vind de herfst niet fijn. Verschrikkelijk seizoen.’’ De cappuccino gaat mee naar een rustig vertrek met schilderijen, een grote kachel, sfeervolle inrichting en enorme ramen. Een weids uitzicht. “Mooi hè’’, zegt de trotse bewoner over de binnen- én buitenruimte. “Alleen zitten we niet vaak in deze kamer. Meestal zitten we in de keuken, daar wordt geleefd.’’ De renovatie is bijna klaar, de laatste kamer is aan de beurt. “Ja, het was grote leegte hier. Alles kaal. We hebben vloerverwarming aangelegd, extra isolatie, schilderwerk. Mijn ouders hadden het huis zo’n 35 jaar geleden voor het laatst van binnen geschilderd. Dus het was er wel tijd voor.’’
Dolph van Ittersum is, met zijn vrouw Judith Ann Regout en zoons Vos (7) en Hero (6) terug in Heino. Terug op landgoed ’t Rozendael, terug op de plek waar hij opgroeide. “Ik was ook wel klaar met Amsterdam’’, laat hij fijntjes weten. “We woonden op driehoog en hebben jaren met onze kinderen gesjouwd. Net toen ze zelf trap konden lopen, zijn we weggegaan, haha. Met kinderen is Amsterdam niet echt leuk meer. Mijn vader zei altijd dat ik zo lang mogelijk in het westen moest blijven wonen. Om te leren. En dat klopt. Het heeft mijn leven verrijkt. Veel leuke mensen. Multicultureel. Dat zie je in Heino nog niet.’’
Hoera, een zoon
Even terug in de tijd. Na drie dochters kwam Dolph van Ittersum 42 jaar geleden ter wereld. Hoera. Een zoon. Deze zoon zou zijn vader, Willem Hendrik baron van Ittersum, als voorzitter moeten opvolgen. Dat staat immers in de statuten van de Stichting Baron van Ittersumfonds, daterend uit 1939. De oudste van de oudste manlijke telg wordt de volgende voorzitter van de stichting die ten doel heeft om het ongeveer 500 hectare tellende landgoed, inclusief landhuis, te beheren en te behouden.
Dolph was er in zijn jeugd niet mee bezig. Hij en zijn drie oudere zussen groeiden op in een warm gezin, wars van opsmuk. “Mijn ouders hebben ons altijd meegegeven dat iedereen gelijk is. Iemand is niet beter als hij in een dure auto rijdt. Vroeger werd ik hier in Heino neergezet als een kakker, terwijl ik in Zwolle als een boerenpummel werd gezien. In Amsterdam leefde ik vooral in de anonimiteit. Iedereen is gelijk, zo kijk ik de wereld in. Dat hebben mijn ouders goed gezien en doorgegeven.’’
Als 17-jarig ventje trok Dolph na zijn middelbare school in Zwolle de wijde wereld in. Hij ging naar Velp, voor een mbo-opleiding op de Bosbouwschool. ‘’Ik zat in huis bij een hospita, want ik was nog te jong om op kamers te gaan. In mijn laatste studiejaar ging ik naar Zuid-Afrika. Ik had een mail gestuurd naar de Nederlandse eigenaars van een safaripark, leek me mooi. En ja, ik kon komen werken. Een jaar. Gaandeweg werd ik een brug tussen de mensen daar en de Nederlanders die er kwamen, omdat de taal een barrière was. Veel van geleerd. Prachtige ervaring.’’ Vervolgens studeerde Dolph in Velp verder, een hbo-opleiding interactieve ruimtelijke planvorming. Gelijktijdig deed hij de tweejarige opleiding voor rentmeester. “Er was overlap in studies, dus dat ging goed samen. Het was oprecht een leuke studietijd.’’ Rentmeester worden was zijn eigen keuze, benadrukt hij. Tegelijkertijd paste die keuze natuurlijk goed in zijn toekomstige ‘opdracht’. “Wat veel mensen niet weten is dat ‘rentmeester’ gewoon een kantoorbaan is’’, zegt hij. “Je loopt niet buiten met laarzen aan. Veel papierwerk en juridische dingen. Ik werkte na mijn afstuderen als taxateur en rentmeester op kantoor in Veenendaal. Na een jaar of zeven was ik niet meer gelukkig. Ik wilde wat anders.’’ Hij liet zijn kantoorbaan los en begon voor zichzelf. “Zo ben ik bijvoorbeeld twee jaar gedetacheerd bij de provincie Noord-Holland. Dat ging over vastgoedvraagstukken. Erg leuk.’’ Dolph woonde intussen in Amsterdam en leerde daar zijn vrouw Judith Ann kennen. “Ze woonde in dezelfde straat, tien huizen verderop’’, lacht hij. Het klikte, ze kozen voor elkaar en er kwam gezinsuitbreiding. Twee zonen.
Puzzel klaar. Toch?
Toen was ineens het moment daar. Willem Hendrik baron van Ittersum overleed in oktober 2019 op 82-jarige leeftijd. Zijn enige zoon, Dolph Ernst Hendrik baron van Ittersum, die samen met andere bestuursleden al sinds 2010 verantwoordelijk was voor de stichting omdat zijn vader toen met pensioen ging, handelt zoals na zijn geboorte eigenlijk al in de planning lag. Alle puzzelstukjes van het leven lijken voor Dolph van Ittersum ineen te passen, bewust en onbewust. Hij is voorzitter van de stichting, werkt parttime als rentmeester in dienst van de stichting en werkt als zzp’er aan vraagstukken van instanties, bijvoorbeeld Staatbosbeheer. Sinds 2018 is hij terug in Heino mét zijn mooie gezin én zijn fijne werk. Puzzel klaar. Toch? “Ik woon nu dus ín mijn werk. Dat is best ingewikkeld. Bovendien is deze situatie nooit een bewuste keuze geweest’’, zegt Dolph. “Met de kennis van nu…. Ik weet niet of ik het nog zo zou doen… Weet je…, het is ook een gedoe. Het beheer van het landgoed. Er komt veel bij kijken. Allerlei invloeden van buitenaf. Tja, hoe leg ik dat uit? Mensen die ’s nachts met een zaklamp door het bos struinen. Gebeurt vaak. Droppings. Dat geeft overlast voor de dieren, de dassen, de reeën en misschien nu ook wel voor wolven. En ja, ik voel me toch verantwoordelijk. Ik probeer het landgoed, samen met het team, goed te beheren. En als ik dan bijvoorbeeld hoor dat er een zonnepark vlak naast het landgoed moet komen, dan denk ik: moet dat nou? Waar doen we het voor? Waarom proberen we het prachtige landschap in stand te houden en de rest doet dit niet?’’
Recreatieplannen
“Maar goed, het is ook leuk hoor, begrijp me niet verkeerd. We wonen prachtig, we ontvangen veel mensen, familie, we doen mooie dingen. Zo produceren we nu in de grote moestuin voor de Voedselbank in Raalte. En we hebben recreatieplannen voor een drietal cabins, kunstwerken eigenlijk, waarin gasten op een bijzondere manier kunnen overnachten, waardoor je het landgoed écht kan beleven.’’ Met alle voors en tegens rijst de vraag: blijft Dolph baron van Ittersum voor altijd in Heino? “Ik weet het niet’’, zegt hij. “Twijfelachtig. Ik kan het ook anders gaan organiseren. Ik blijf voorzitter, maar dan zou bijvoorbeeld iemand anders hier kunnen wonen.’’ En de ‘strenge’ statuten dan? “Dat wordt in de toekomst zeker anders. Het is niet meer van deze tijd dat alleen mannelijke opvolging mogelijk is. Ook vrouwelijke nazaten moeten voorzitter kunnen worden. Met wel de voorwaarde dat het landgoed uiteindelijk altijd weer terugkomt bij een Van Ittersum in de lijn.’’ Voorlopig groeien zijn zoons nu op in Heino en omstreken. Opvolging geregeld? “Nou, wie weet. Dat moeten we nog gaan zien. Onze kinderen krijgen, net als ik destijds, onbewust natuurlijk van alles mee. Grappig. Dat merkte ik laatst. Toen zei mijn moeder een beetje belerend tegen mijn zoon: ‘Niet doen, ik ben hier de baas’. Waarop mijn zoon reageerde met: ‘Nee ‘gromoeder’, de stíchting is hier de baas’.’’