Afgelopen weekend was een bijzonder weekend voor de jongeren die, met World Servants, op ‘werkvakantie’ gaan. Vaak gaat de reis naar een land in Afrika, Azië of Latijns-Amerika. Drie weken lang, in de zomervakantie, helpen ze de lokale bevolking met het bouwen van een klaslokaal, lerarenwoning of kliniek. In het voorbereidingsweekend, op Summercamp Heino, bereiden de jongeren zich voor op een bijzondere reis. Het avontuur kan beginnen!
Om meer te weten te komen over ‘één van de leukste groepen’ die op Summercamp Heino verbleef, spreek ik af met Theunis Sjoerd Elzinga, socioloog bij World Servants. Als 17-jarige ging hij zelf op werkvakantie naar Afrika. Dat gaf hem zoveel voldoening, dat hij na zijn studie sociologie direct wist wat hij wilde: bouwen aan verandering. ‘Mijn werk is heel tastbaar een meerwaarde voor de samenleving. Dat motiveert mij heel erg! Uit ervaring weet ik wat de impact van zo’n reis is. Niet alleen voor de lokale bevolking, maar ook voor jezelf als jongvolwassene. Het is een mega-verrijkende ervaring!’
Bouwen aan een school of kliniek die de toekomst van een gemeenschap verandert, op een plek waar je nog nooit bent geweest. Samen bouwen ze niet alleen aan de toekomst voor de lokale gemeenschap, maar ook aan hun eigen ontwikkeling. Het is één groot ‘bouwproject’ dat de levens van alle betrokkenen verandert.
Duurzame impact, ver weg en dichtbij
Het voorbereidingsweekend is een belangrijk moment voor de jongeren (veelal kinderen in de leeftijd van 16 en 17 jaar) die deze zomer met een World Servants-reis meegaan. De reizen gaan niet alleen naar andere werelddelen: ook in Nederland is een locatie waar aan de toekomst wordt gewerkt. De Glind is een jeugddorp in Gelderland, met gezinshuizen waar kinderen veilig kunnen opgroeien. Het concept van de projecten is hetzelfde: twee groepen mensen ontmoeten elkaar en leren van elkaar. Tijdens het weekend staat ontmoeting, samenwerking en samenzijn centraal. Ze verplaatsen hun blik van hun veilige omgeving (hun groep of dorp) naar buiten: naar de grotere groep en onbekende reis. En die reis begint op Summercamp!
‘Ik kom al twaalf jaar op Summercamp’, zegt Theunis Sjoerd enthousiast. ‘Maar voor World Servants is het een jubileumjaar: het is ons vijftiende jaar hier! We organiseren ieder jaar een voorbereidingsweekend, voor iedereen die met een reis meegaat. In september organiseren we een terugkoppelingsweekend: het World Servants Festival. Dan ‘vertalen’ we de reis naar de toekomst en bespreken we wat iedereen heeft meegemaakt. Dat is een héél belangrijk weekend, juist omdat we willen dat het een ervaring is die beklijft.’
Een ideale locatie voor onze organisatie
‘Summercamp is voor ons een ideale locatie! Het is best ingewikkeld, wat we nodig hebben. We hebben een plek nodig waar 800 mensen kunnen eten en slapen. Ook hebben we een grote ruimte nodig om de gezamenlijke onderdelen te kunnen doen, en meerdere kleine ruimtes om de diverse groepen te kunnen verdelen. Daarnaast is voor ons een betaalbare prijs belangrijk, omdat we de kosten van ons werk zo laag mogelijk willen houden. Hier hebben we een sporthal, die we ombouwen tot een theater met een podium. Je herkent de sporthal echt niet meer terug als we de sporthal hebben getransformeerd naar ons eigen Word Servants-theater! Daar doen we onze groepsbijeenkomsten met een podiumprogramma. Daarnaast gebruiken we de disco, het theater en het sportveld. Het sportveld is een heel belangrijke plek: daar vinden alle teambuilding-activiteiten plaats.’
‘Er kan heel veel op Summercamp. Er is echt wederzijds vertrouwen. We hebben veel contact met de medewerkers, we hebben echt een klik met elkaar. Dat komt denk ik ook doordat de missies van Word Servants en Summercamp Heino maatschappelijk gezien veel raakvlakken hebben. We zijn beide een stichting zonder winstoogmerk. We grappen weleens: ‘Geef ons de sleutels maar, dan zien we jullie zondagavond weer terug’.
Van Rwandese bouwput tot kleuterschool
‘We gaan deze zomer een kleuterschool bouwen in Rwanda. We vonden het vorig jaar zó bijzonder in Malawi, dat we op de terugreis al wisten dat we dit jaar weer zouden gaan.’ Met een ‘big smile’ vertellen Nora (18) en Ilse (19), twee Friese vriendinnen, dat ze een nieuw avontuur gaan beleven. ‘Vorig jaar hebben we 2 leraren en wel duizenden kinderen geholpen. Steen voor steen hebben we 2 lerarenwoningen gebouwd. Zonder leraar is er geen school: we hebben de gemeenschap echt geholpen.’ Nora vertelt enthousiast: ‘We hadden veel contact met de kinderen. Dansen, zingen, voetballen – dat deed ik het liefst de héle dag. De glimlachjes van die kinderen maakten me heel blij.’ Hun leven speelde zich af op de bouwplaats: ze speelden, bouwden en sliepen er. ‘Wat het meest indruk op me heeft gemaakt?’ mijmert Ilse. ‘We hebben pannenkoeken gebakken tijdens een huisbezoek. Al die kinderen die zó graag een pannenkoek van ons wilden.’ Nog 3 maand, dan staan hun voeten op Rwandese grond. De meiden kunnen niet wáchten tot ze er zijn. Goede reis, meiden. Maak er een mooie kleuterschool én een groot avontuur van!
Coördinatoren uit de projectlanden naar het Jacobsgat
Wat éxtra uniek is aan deze editie, is dat er 14 coördinatoren vanuit de projectlanden naar Summercamp komen. Anderhalve week lang verblijven ze op het Jacobsgat, in groepsaccommodatie Forest Lodge. ‘Het geeft het voorbereidingsweekend nóg meer diepgang. Ook zonder hen zou het een fantastisch weekend worden, maar nu heeft het weekend nóg meer impact. Het geeft echt een boost. Het wordt een flinke happening’, aldus Theunis Sjoerd. De projectcoördinatoren zijn hoogopgeleide ontwikkelingsprofessionals die bij een ontwikkelingsorganisatie in hun land werken. ‘Het zijn sterke, lokale partners die zorgen voor een maximale duurzame impact. Zij weten preciés waar en aan welke projecten we kunnen werken. Die langdurige samenwerkingen zijn voor ons heel belangrijk. Het is zó bijzonder dat ze tijdens het voorbereidingsweekend een presentatie geven over hun werk op locatie!’
Lama’s zijn net olifanten
‘Begrijp je wat ik bedoel?’ zegt dierverzorger Hennie tegen me. Met mijn laarzen aan loop ik achter hem aan, de dierenweide in. ‘De lama’s zijn voor de kinderen net olifanten.’ Niet qua uiterlijk, maar qua grootte begrijp ik precies wat Hennie bedoelt. Nieuwsgierig als ze zijn, komen de lama’s me nét iets te dichtbij. Als een groep kinderen die op Summercamp verblijft wil, mag ze de weide in. Altijd met instructie, begeleiders én de aanwezigheid van Hennie of één van zijn collega-dierverzorgers Jan of Theo.
Elke maandag en vrijdag is Hennie op het terrein te vinden. Op de andere dagen één van zijn collega’s. Voeren, controleren en schoonmaken staan voor hen centraal. Over het ‘voeren van de hertjes’, zoals het in de volksmond heet, worden goede afspraken gemaakt. ‘Dat wordt allemaal geregeld bij de receptie’, vertelt Hennie, boer in hart en nieren. ‘Ik voel me op mijn gemak, zo tussen de dieren. Ik heb niet alle vrijheid, maar wel veel. Ik mag meedenken, dat vind ik leuk. En de afwisseling, hè. Ik heb een planning per dag, maar de dieren gaan altijd voor. Vooral het controleren van de dieren is heel belangrijk. Ik loop altijd een rondje over de weide, dan kijk ik of het met alle dieren goed gaat.’ En dat zijn er nogal wat: lama’s, dam- en edelherten, geiten, schapen, ezels, emoes. Kalkoenen, kippen en konijnen. En, wat verderop, de pony’s. ‘Die zijn met pensioen’, zegt Hennie. ‘Sommige zijn al wel 30 jaar oud. Ze worden gevoerd, ze worden netjes verzorgd, maar ze hoeven niks meer.’ De dieren zijn niet alleen geliefd bij de kinderen op Summercamp, ook veel Heinose kinderen komen graag naar de dierenweide. Samen met hun (groot)ouders én een bak met schillen die (soms wel een week) speciaal voor de dieren worden bewaard.
Samen met Hennie loop ik een rondje over de dierenweide. We checken de hooiberg, de waterbak en de beschutte plek. ‘We willen zeker weten dat geen van de dieren wat mankeert.’ Kijk, hier hebben we de pasgeboren geitjes gevonden. Deze lammetjes zijn van 1 april. Als ze nét geboren zijn kun je nog dichtbij komen, een paar dagen later lopen ze gauw weg als ze me zien – met hun moeder mee.’ Wat zijn ze klein, nog maar twee weken oud. Moeder geit houdt me goed in de gaten. ‘Of ze een naam hebben? Dat vragen de kinderen ook altijd. Die geven de jonkies een naam. Maar de volgende groep geeft ze weer een andere naam’, grapt Hennie. Ik doop de geitjes voor vandaag Hennie, Jan en Theo. Als het mannetjes zijn tenminste.