‘Hee, een landkaartje!’ Emilio wijst. ‘Dit is de eerste keer in Raalte dat ik een derde generatie van het landkaartje tegenkom. En kijk, een dagpauwoog!’ Het is duidelijk: Emilio Metting, De Sallandse Vlinderfotograaf, is in zijn element. We staan aan de rand van Summercamps’ bloemenwei, in het bosje naast de dierenweide. ‘Het is een kleurenfestijn, geen schraal grasland. Zo te zien zijn de bloemen gekozen om het mooi te laten ogen, voor mensen. Of het een nuttige plek voor de vlinders is? Blijkbaar!’
Emilio is gefocust op vlinders. Hij kijkt, loopt een paar passen en wijst. Het duurt niet lang of we zien een bont zandoogje, klein en groot koolwitje, klein geaderd witje, goudvenstertje en stro-uiltje vliegen – en ook aan insecten is geen gebrek. ‘Deze plek heeft nut’, vertelt de vlinderfotograaf. ‘Het is een echte nectar-kroeg, de vlinders komen hier om te drinken. Het is geen plek waar ik kan zien hoe het gáát met de vlinder. Ze komen hier en gaan weer weg.’
Op vlinderavontuur
Wekelijks gaat De Sallandse Vlinderfotograaf op avontuur om vlinders te fotograferen. Maar op beeld vastleggen is niet het enige wat Emilio doet: hij monitort, geeft gastlessen en lezingen. Er zijn wel 15 locaties in (de buurt van) Raalte en Heino waar hij wekelijks, van maart tot en met september, vlinders telt. ‘Ik heb een passie voor vlinders, het delen van mijn kennis hoort daarbij. Dat maakt het plaatje compleet. Als het mijn werk was, was ik helemaal gelukkig’ mijmert hij. ‘Die pure passie voor natuur zat er bij mij altijd al in. Je hebt bij de juiste persoon aangeklopt.’
‘De planten die hier staan zijn inheems, maar niet van hier. Ik denk dat ze jaarlijks moeten worden gezaaid. Het zijn geen waardplanten, dus de vlinders planten zich hier niet voort en leggen er ook geen eitjes. Het is geen gunstige plek om voort te planten, daar zijn brandnetels, rolklaver, struikhei en heel veel kruiden voor nodig. Maar de voorwaarden op deze plek zijn goed: er zijn bomen, struiken, zand, zon en schaduw – er is afwisseling. De rand van het terrein, langs de bomen, is wél interessant om eitjes in te leggen. Het is geen ideaal leefgebied, maar het doet wél wat. Eigenlijk is er best potentieel: het is best leuk wat ze hebben gedaan.’
Stapje voor stapje
‘Ik ben benieuwd wat Summercamp wil bereiken met dit stukje terrein’, gaat Emilio verder. ‘Wat het doel is. Ik denk dat ze heel goed bezig zijn, absoluut. Het is een potentieel stuk om vlinders te laten overwinteren en eitjes te laten leggen. Het deel voor het insectenhotel, dat nu deels bewoond wordt, zou verschraald kunnen worden. Het zou goed zijn een meerjarig wildmengsel in te zaaien’ mijmert hij verder. ‘En om er op dit centrale punt water, zoals een kikkerpoel, te laten staan. Dat zou de biodiversiteit nog meer versterken. Als Summercamp nóg meer aan biodiversiteit wil doen, kan dat stapsgewijs – dat hoeft niet ineens. Dan wil ik het wel monitoren. Ook dát gaat niet ineens, want pas na een paar jaar zie je wat het doet.’
‘Als leek oogt het hier heel erg leuk. Het is geen natuurlijk leefgebied voor vlinders, maar ze komen hier wel drinken. De rest komt later wel. Dit wandelpaadje is ideaal om een blotevoetenpad van te maken, hoe leuk is dat?! Misschien kan ik hier wel een keer een excursie of vlindersafari doen. Voor nu is het belangrijkste: zorg ervoor dat mensen hier kómen. Zorg ervoor dat ze weten dat ze welkom zijn. Het is een plek om te genieten.’
Food festival, een feest voor de zomergast
Kletsende kinderen, blije gezichten, picknicktafels met gekleurde parasols. Een zacht muziekje op de achtergrond en overal kraampjes. Het is tijd voor het ‘Food Festival’. In de zomervakantie staat dit festival één keer per week op het programma.
Bij de kraampjes met lekkers kunnen de kinderen zélf hun maaltijd samenstellen. De ‘BBQ-trein’ is duidelijk favoriet: voor de locomotief staat een rij kinderen rustig te wachten op hun hot dog. Relaxed, maar met een verhit hoofd boven de warme barbecue, staan Bastiaan en zijn collega’s (vegetarische) worsten te bakken. ‘De hartige hapjes zijn aan het begin van de avond in trek’, vertelt horecamanager Henk me. ‘Een frietje of een hot dog, daar beginnen de kinderen vaak mee. Na een bodempje voedsel wordt het pas drukker bij de suikerspinnen, wafels en ijsjes.’
Een Duitse begeleider wenkt me, terwijl hij in de rij op zijn hot dog wacht. ‘Ik ben Hagemann, Andreas,’ zegt hij spontaan – met een grote lach op zijn gezicht. ‘Met onze groep, CVJM uit Hattingen – schrijf dat maar op – zijn we hier voor de eerste keer op zomerkamp. Met 120 man. Hiervoor gingen we 60 jaar naar een andere locatie. Het bevalt ons zó goed op Summercamp, dat we meteen voor volgend jaar geboekt hebben. De volgende 60 jaar komen we hier! Het is hier zó goed georganiseerd en het personeel is zo vriendelijk en aardig – dat is het belangrijkste. We hebben het erg naar ons zin hier!’ Ik laat Herr Hagemann achter in de BBQ-rij en vervolg mijn rondje over het terrein.
Van half 6 tot 8 kunnen de kinderen (en hun begeleiders) hun maaltijd bij elkaar verzamelen. Met de gekregen Food Festival-muntjes kunnen ze het lekkers betalen. Wafels, poffertjes en pannenkoeken worden gebakken; suikerspinnen gedraaid en ijs geschept. Bij de kampvuurkuil roosteren kinderen hun eigen marshmallow, eten ze zoute popcorn, een zoetzure appel of plakkerige suikerspin. ‘Wat ik leuk vind aan het Food Festival?’ herhaalt Twan (16) mijn vraag met een grijns. ‘Alles! Poffertjes, wafels, hot dogs, echt alles is lekker.’
Vriendschappen voor het leven
Colin en zijn vrienden nemen me mee naar het sportveld, waar een handjevol kinderen aan het voetballen is. Het is halverwege de middag; de deelnemers van het jeugdkamp van ‘Camp Heino’ hebben even vrije tijd. De vriendengroep die hier op Summercamp Heino is ontstaan, komt hier al jarenlang elke zomer op kamp. ‘Twan en ik gingen voor het eerst op “Kids Kamp” in 2018’ vertelt Colin (16). ‘Lou en Meike waren er toen ook. Het werd een traditie om elk jaar te gaan – en toch is het elke keer weer anders.’
‘De mensen!’, roepen de vrienden, als ik vraag wat er zo leuk is aan het zomerkamp. ‘En we doen leuke activiteiten, maar we mogen ook zélf dingen doen. We doen verstoppertje over het hele terrein, we gaan naar de disco, naar het zwembad en de bioscoop. En we voetballen met kinderen van andere groepen. Die kleine kinderen maken ons ín met voetbal!’
Ze doen veel met hun eigen groep, maar hebben ook contact met kinderen van andere groepen. ‘We doen een wedstrijd met een Duitse groep, wie zijn huisje het mooist versierd heeft. Dat winnen ze met gemak van ons.’ Ze maken veel mee samen. ‘Deze week hebben we, tijdens het vlotbouwen, een levensgrote plastic beer ‘naar huis gebracht’. Op ons zelfgebouwde vlot hebben we ‘m, op het Jacobsgat, naar het eiland van het hoogteparcours gevaren. Dat was bijna ‘linke soep’, want ons vlot was niet heel stabiel. Maar het is wél gelukt! Het was een unieke ervaring, we maken echt bijzondere dingen mee.’
‘We hebben een hechte band gekregen met z’n allen. Dit is ons laatste jaar op kamp, volgend jaar is een deel van ons te oud. Dan gaan we allemaal niet meer. We hebben het er al wel over gehad om over een paar jaar zelf als begeleider mee te gaan. Met een jeugdkamp, omdat de kinderen daar wat ouder en zelfstandiger zijn.’
‘We hebben een heel actieve groepsapp, we hebben ook buiten het zomerkamp veel contact met elkaar. We appen, bellen en spreken ook met elkaar af. Ook al wonen we in Maastricht, Den Helder, Friesland en Heino. Maar het kamp, dat is echt iets om naar uit te kijken! Er ontstaan veel vriendengroepen op kamp. Dat is ook de belangrijkste reden om elk jaar weer op zomerkamp te gaan: we komen terug voor elkaar.’