Arjen de Ruijter (rechts) en Frederik Rosman van www.delinea.nl spelen rol in ‘award winning organisatie’
Barack Obama, Kofi Annan, het duo Shimon Peres-Yasser Arafat en Jimmy Carter. Het zijn enkele legendarische namen die je op Wikipedia kunt vinden als je zoekt naar winnaars Nobelprijs voor de Vrede. De kans dat de namen Arjen de Ruijter en Frederik Rosman binnenkort aan dit illustere gezelschap worden toegevoegd, is niet heel erg groot. Toch leveren deze vanuit Heino werkzame mannen bijna iedere dag een bijdrage aan de Nobelprijswinnaar van 2020: het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties.
Verwacht geen wapperende vlag van de Verenigde Naties als je aankomt bij PAAL5, het bedrijfsverzamelgebouw aan de Paalweg 5 in Heino. Je moet echt insider zijn om te weten dat hier twee heren werken om een kleine, maar toch fundamentele bijdrage te leveren aan deze internationale organisatie. “Het contact is ontstaan tijdens een congres in 2010”, begint Heinoër De Ruijter. “Ik kwam in contact met een Nederlander die daar een presentatie verzorgde. Hij bleek op zoek te zijn naar een deskundige op het terrein van Geo-Informatie. Ik ben een project gaan doen en daar is de kiem gelegd voor onze huidige bijdrage aan het Wereldvoedselprogramma.”
De twee besteden momenteel vijftig procent van hun tijd aan de VN. Om precies te zijn, leveren ze een bijdrage aan African Risk Capacity. “Een Afrikaanse coöperatie die is gelieerd aan het Wereldvoedselprogramma. Het samenwerkingsverband zorgt er met behulp van Geo-Informatie voor dat de risico’s in kaart kunnen worden gebracht. Landen die tot de Afrikaanse Unie behoren, krijgen het gereedschap aangereikt zich te verzekeren tegen extreme klimatologische omstandigheden zoals droogte of een cycloon.”
De grote kracht van African Risk Capacity is dat het vroegtijdig signaleert wanneer zich ergens op het continent een probleem voordoet als gevolg van een natuurramp. “Het is echt baanbrekend dat we maanden eerder kunnen inschatten wanneer één van de Afrikaanse landen ergens voedselhulp moet bieden. Wat zou het toch mooi zijn als we helemaal kunnen voorkomen dat we de televisie aanzetten en weer beelden van zieke of hongerige kindjes zien…”, dromen ze hardop.
Stabiliteit in de regio
Rosman en De Ruijter houden zich vanuit Heino bezig met het interpreteren van satellietbeelden. Die Geo-Informatie wordt vervolgens gebruikt om modellen en software te ontwikkelen. Het helpt de verzekeraar enorm om de risico’s van klimaat en natuur beter in te schatten. Je zou kunnen zeggen: informatie uit de ruimte (satellieten) wordt gebruikt voor advies op de grond (bodem). “Vergelijk het maar met de routeplanner. Een navigatiesysteem dat werkt op basis van data die door satellieten wordt aangeleverd.”
Beiden hebben een landmeetkundige achtergrond en zijn nu actief op wat we kunnen omschrijven als het snijvlak van wetenschap en softwareontwikkeling. “We zijn geen agronomen en ook geen klimaatspecialisten, dus de conclusies uit de data en modellen laten we over aan anderen.”
Het verhaal van African Risk Capacity is dermate succesvol dat het zich inmiddels niet alleen meer richt op de gevolgen van klimaatgerelateerde risico’s. Zo wordt momenteel druk gewerkt aan de ontwikkeling van een model voor ‘outbreak and epidemics’. Mocht er in de nabije toekomst sprake zijn van een uitbraak van een enge ziekte zoals ebola, dan kan eerder worden ingegrepen.
Als je dit allemaal leest, lijkt een Nobelprijs wel verdiend. Maar dan denk je in eerste instantie niet in de richting van de Nobelprijs voor de Vrede. De Ruijter en Rosman leggen uit: “Algemeen wordt verondersteld dat African Risk Capacity een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan stabiliteit in de regio. Het is door de hele Afrikaanse Unie omarmd. Wij kregen voor elkaar wat in deze regio soms heel lastig is: elkaar vertrouwen. Dat komt omdat het vertrouwen in de politiek enorm wordt geholpen met transparantie. Wij werken met objectieve modellen die tot en met het laatste detail door ieder ander zijn door te rekenen.”
En – dat voegen we er zelf maar aan toe – het zijn dit keer niet de witte mannen die het heft in handen hebben. Het is echt een ‘Africa owned organisatie’ die dus ook in dit werelddeel is gevestigd. Momenteel in Johannesburg (Zuid-Afrika), maar het is de bedoeling dat het hoofdkantoor verhuist naar Abidjan (Ivoorkust). Om het daarmee ook maar wat Afrikaanser te maken, want Zuid-Afrika wordt gezien als het meest verwesterde deel van Afrika.
Gelauwerde
Als je winnaar bent van de Nobelprijs voor de Vrede, dan weet je ongetwijfeld ook dat je een imposant aantal andere genomineerden achter je hebt gelaten. Wat zou het dan leuk zijn om al die namen te kunnen zien, maar dat blijft gissen. “We hebben begrepen dat bij het begin van het nominatietraject een lijst in omloop is met meer dan honderd kandidaten. Helaas worden die namen niet bekend gemaakt. De officiële regel is zelfs dat de organisatie de shortlist, de uitgedunde lijst, pas na vijftig jaar mag publiceren”, vertellen de mannen die zich haasten om hun eigen rol in het geheel te bagatelliseren. “Ons team alleen bestaat al uit zo’n zestig mensen. Als je kijkt naar het totale Wereldvoedselprogramma, dan zijn er veel landen en wel twintigduizend medewerkers betrokken.”
Rosman en De Ruijter mogen zich nu gelauwerde noemen. Het bewijs komt in de loop van het jaar met de post in de vorm van een speldje met de tekst ‘The 2020 Nobel Peace Prize Laureate’. Een mooie blijvende herinnering. “En het staat natuurlijk leuk op ons curriculum vitae”, zeggen ze lachend.
Het speldje staat symbool voor het gevoel van trots bij alle medewerkers van het Wereldvoedselprogramma. Die trots is mooi en terecht, maar het gaat onze gesprekspartners vooral om het effect in Afrika zelf. Het doet ze deugd dat daarom in diverse reviews het woord effectiviteit terug komt. En als ze daar ze zelf te gast zijn, ontvangen ze ook veel enthousiasme. “Het is prachtig om ter plekke te vernemen hoe de gewassen groeien en de mensen leven. In onze modellen zijn we soms bezig met cijfers achter de komma en dan is het goed om soms even stil te staan bij het feit dat we dit doen voor de mensen.”
Tot slot – we moeten ‘m toch stellen – een gewetensvraag: nu werken dus mensen buiten Afrika mee aan African Risk Capacity. Moet het niet zo zijn dat het continent zelf voor honderd procent verantwoordelijk wordt? De Ruijter en Rosman: “Mocht de Afrikaanse Unie het zelf helemaal willen oppakken, dan willen we daar graag aan meewerken. Het doel moet eigenlijk ook zijn dat we onszelf op termijn overbodig maken.”