Bernhard Melenhorst klaar voor het nieuwe marathonseizoen
Eigenlijk is Bernhard Melenhorst (50) véél te bescheiden voor deze rubriek, dus er was heel wat overtuigingskracht voor nodig om hem aan tafel te krijgen voor dit interview. Want topsport? Zo mogen we zijn prestaties in het marathonschaatsen wat hem betreft zeker niet noemen. Hij schaatst dan wel recreatief, maar Bernhard is bloedfanatiek: “Het is niet dat ik per se moet winnen, maar ik wil wel altijd het beste uit mezelf halen.”
Zelf zou Bernhard het nooit zeggen, maar eigenlijk was hij van kleins af aan al goed in praktisch elke sport. Het maakte niet zoveel uit of hij nou in de gymzaal, op het voetbalveld of de ijsbaan stond; Bernhard liep voorop. “Ik had duidelijk meer met sport dan met school”, zo blikt hij lachend terug. “En dat is nooit meer veranderd. Ik vind praktisch alles leuk, dus elke keer ontdek ik wéér een nieuwe sport die ik tof vind.”
Hoewel Bernhard vroeger allerlei sporten deed, belandde hij eigenlijk puur toevallig op de ijsbaan. Een klasgenoot sloot zich aan bij IJsclub Stokvisdennen en die vroeg Bernhard om eens met hem mee te gaan. “In die periode hadden we wat mooie, koude winters gehad en dus had ik wel gemerkt dat ik schaatsen leuk vond”, zo vertelt Bernhard daarover. “Ik dacht: ach, waarom niet? Ik ben gewoon eens meegegaan en al snel merkte ik dat ik het wel redelijk kon.”
Alles opzij
Redelijk is een understatement, want Bernhard werd in z’n jonge jaren clubkampioen en met school Nederlands kampioen ploegenachtervolging. Op zijn zestiende besloot hij echter te stoppen met schaatsen. “School. Voetbal. Werk. En dan ook nog schaatsen. Het werd een beetje druk en dus besloot ik te stoppen. Achteraf baal ik weleens dat ik niet ben doorgegaan. Puur omdat ik wel benieuwd ben wat erin had gezeten. Of ik de top had bereikt?” Bernhard schudt beslist het hoofd: “Nee, zeker niet. Die ambitie had ik ook niet.
Als mijn instelling beter was geweest, had ik misschien wel de subtop kunnen bereiken. Maar dan moet je wel écht leven voor de sport en alles opzij zetten. Ik vond het te leuk om ook te gaan stappen, om af en toe een biertje te drinken. Erben Wennemars schaatste bijvoorbeeld ook bij de Stokvisdennen en hij dacht helemaal niet aan uitgaan, had zijn vizier honderd procent op schaatsen staan. Tijdens de trainingen was er ook altijd één iemand die helemaal kapot over de streep kwam. Wennemars ging tot het gaatje, niemand was zó fanatiek als hij. Wij gingen sprinten en waren daarna moe. Hij sprintte en was he-le-maal kapot. Dan lag hij minuten languit op het gras. Hij kon dieper dan iedereen. Dat verschil was toen al heel duidelijk.”
De ambitie om de top te halen was er dan wel niet, maar dat betekende zeker niet dat het schaatsvuurtje in Bernhard helemaal gedoofd was. In zijn achterhoofd was er altijd een stemmetje dat hem stimuleerde om het schaatsen weer op te pakken. Drie jaar geleden haalde hij daarom zijn ijzers uit het vet. “Ik dacht; je loopt tegen de vijftig aan. Dus als je nog iets wil, moet je het nu gaan doen. Ik heb me weer aangemeld bij de Stokvisdennen en ben de marathon gaan doen. Hoe ik dat vind? Echt heel leuk! Ik krijg er enorm veel energie van. Ik train elke woensdag- en vrijdagavond met een marathongroepje en om de week schaatsen we op zondagavond een wedstrijd. In de winterperiode ben ik daar wel echt heel serieus mee bezig. Ik drink bijvoorbeeld ook geen alcohol tijdens het seizoen. Ik wil namelijk wel de beste versie van mezelf laten zien. Dat is ook meteen mijn valkuil, want ik doe niets half. Of ik ga er vol voor, of ik doe het niet. Dat moet ik nog weleens bekopen als ik er weer eens te hard ben ingevlogen, haha!”
Dit seizoen wordt nóg een tikje serieuzer, want Bernhard heeft besloten een klasse hoger te gaan schaatsen. Na een vierde en een tweede plek in het eindklassement, vond hij het tijd voor een nieuwe uitdaging. Op je vijftigste nog op een niveau hoger gaan schaatsen? Het is typisch Bernhard. Hij wil namelijk altijd het beste uit zichzelf halen. “Ja, daarin ben ik wel echt fanatiek”, zo lacht hij. “Het is natuurlijk hartstikke leuk om voor het podium mee te kunnen schaatsen, maar ik zie het niet als een uitdaging om elke week top drie te rijden. Ik vind het leuk om mijn grenzen daarin op te zoeken. Het zal komend seizoen een stuk harder gaan, dus ik moet behoorlijk mijn best gaan doen om erbij te blijven. Misschien wordt het wel helemaal niks en word ik elke wedstrijd genadeloos op een rondje gezet, maar ik wil het gewoon proberen. Dan maar afzien, op de tanden bijten en gaan.”
De dood of de gladiolen
Als je de rustige, bedeesde Bernhard in het dagelijkse leven ziet, is het moeilijk voor te stellen dat er tijdens het sporten een bloedfanatieke versie van hem boven komt drijven. Hij is het type; de dood of de gladiolen. “Ik kan niet berekenend schaatsen. Ik ga altijd volle bak, alles of niets. Eigenlijk ben ik niet zo’n slimme schaatser”, zo grijnst hij. “Tijdens mijn eerste marathon ging ik er bijvoorbeeld ook als eerste vandoor. Stom natuurlijk, haha! Ik ben niet met tactiek bezig tijdens het schaatsen. Ik rijd veel te lang op kop en ik rijd ook veel te vaak het gat dicht als er iemand is ontsnapt. Ook als er een groepje wegrijdt, kan ik me niet inhouden. Dan moet ik mee! Ik kan soms beter rustig in het peloton blijven zitten, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik ga gewoon. Dan maar kapot…”
Naast het marathonschaatsen, zit Bernhard ook zeker niet stil. Zo fietst hij het liefst iedere week met de Kjelvik-wielergroep, is hij trouwe deelnemer van de Farmstacle Run én reed hij de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee al twee keer uit. “Dit jaar verwachten ze dat de echte Elfstedentocht eindelijk weer komt, toch?”, zo zegt Bernhard bedenkelijk. “Dat zeggen ze praktisch elk jaar, dus ik geloof er niks van. Maar als ‘ie komt? Dan ben ik er zeker bij! Als schaatser is dat toch wel één van de mooiste dingen. Verdere schaatsambities? Komend seizoen ga ik er gewoon blanco in en dan zien we wel wat er mogelijk is. Ik ga een beetje achteraan zitten denk ik. Of nou ja… Daar ben ik inderdaad nogal slecht in, haha! Maar dit jaar ga ik het écht doen.”
Een reactie achterlaten?