Inwoners uit Heino en Raalte weten de winkels in eigen dorp goed te vinden. Dat blijkt uit het koopstromenonderzoek dat eens in de vijf jaar in Oost-Nederland wordt uitgevoerd. Dit onderzoek geeft inzicht in het functioneren van winkelcentra. Uit de resultaten blijkt dat beide dorpen het goed doen ten opzichte van soortgelijke dorpen in andere gemeenten.
Het onderzoek is voor de coronacrisis afgenomen. De werkelijke situatie is nu anders in de winkelcentra. De gemeente Raalte deed met Heino en Raalte mee aan het onderzoek.
Resultaten
Inwoners van Raalte kopen 93% van de dagelijkse artikelen, zoals levensmiddelen en drogitsterijartikelen, in eigen dorp. Bij niet-dagelijkste artikelen is dat 54%. Denk hierbij aan kleding en artikelen voor in en om het huis. In Heino wordt 92% van de dagelijkse artikelen en 29% van de niet-dagelijkse artikelen in eigen dorp gekocht. Voor beide dorpen geldt dat niet-dagelijkse producten steeds meer online worden gekocht. In Raalte is dat 20% en in Heino 18%.
Bezoekers waarderen het centrum van Raalte gemiddeld met een 7,8. Het centrum van Heino scoort gemiddeld een 8,1. Het cijfer is opgebouwd uit verschillende thema’s. De waarderingscijfers per thema zijn hoger dan vijf jaar geleden. Wat opvalt is dat aspecten als veiligheid, bereikbaarheid per auto en fiets, parkeermogelijkheden en het winkel- en horecaanbod in zowel Raalte als Heino hoog scoren. Op de thema’s groen en faciliteiten, zoals wc’s, wifi en bankjes, valt nog winst te behalen. Dit wordt meegenomen in de centrumplannen voor beide dorpen.
Meer informatie
De resultaten van het koopstromenonderzoek zijn met de winkeliersverenigingen gedeeld. Kijk voor meer informatie over de uitkomsten van het onderzoek op de website van Koopstromen Oost-Nederland: www.kso2019.nl/resultaten.