Hendrik Jan Bökkers kijkt met open vizier naar de toekomst
“Dus zo voelen normale mensen zich…” Hendrik Jan Bökkers zegt het met een grote grijns op zijn gezicht, maar de woorden hebben wel een serieuze ondertoon. Als het gesprek plaats vindt – eind april – bepaalt het coronavirus nog steeds voor een groot deel ons doen en laten. De leadzanger van de band Bökkers is aan huis gekluisterd. “Ik krijg ineens veel rust cadeau. Zo voelt het ook. Als een cadeautje.”
Heinoër Hendrik Jan Bökkers (43) weet niet wat hem overkomt. Vanaf z’n twintigste bevindt hij zich in een voortrazende trein. Gemiddeld zo’n honderd optredens per jaar met meestal alleen in het begin van het jaar even een korte vakantie. “Het is absoluut niet bedoeld om te klagen”, geeft hij direct aan. “Want zo’n leven is natuurlijk het tegenovergestelde van saai.”
En nu is het stil. Noodgedwongen geen optredens met de gelijknamige band en daardoor is hij bijna 24/7 in en rondom het huis te vinden. Donderjagen met de kinderen, hout kloven, parttime klusjesman. Echtgenote Martine moet zich soms even in de armen knijpen of ze nog met dezelfde man onder één dak woont…
De inkt van de krant, waarin de band Bökkers aankondigde het na deze tournee voor gezien te houden, was bij wijze van spreken nog nat toen de coronapleuris uitbrak. Het is dus een goed moment om in te gaan op het hoe en waarom. “Het is een heel circus geworden. De laatste tijd gingen we met zo’n dertien man op stap. Naast muzikant zijn we ook ondernemer geworden. Met zelfs meerdere BV’s. Om de band en ons festival Koele Koele in goede banen te leiden. Dat geeft een hele andere verantwoordelijkheid. De gedwongen retraite kwam eigenlijk op een heel goed moment. Het geeft me tijd om zonder kater na te denken over de toekomst. En met mijn schoonvader te sparren over de stap naar een nieuw management en platenlabel.”
Hans Teeuwen
Ook het gemis van de muzikale en artistieke uitdaging is een belangrijke reden. “Begrijp me niet verkeerd. Ik ben hartstikke trots op ons vijfde album, maar het voelt op een gegeven moment wel een beetje als de zoveelste show van Hans Teeuwen. Het is humor om van te genieten, maar je weet zo ongeveer welke grappen er komen.”
Om meteen een eventueel misverstand uit de weg te ruimen: er is geen ruzie tussen de vier muzikanten. Sterker nog: Bökkers en collega-zanger/gitarist en tevens jeugdvriend Erik Neimeijer hadden op hetzelfde moment dezelfde gedachte. “Het was januari, we hadden vakantie en kregen de lijst voor de nieuwe tour onder ogen. Mijn eerste gedachte was ‘daar gaan we weer: tourthema bedenken, nummertje er bij schrijven. Het wow-gevoel ontbrak gewoon. Maar ja, er stond natuurlijk wel een afspraak met de studio om het themanummer van de nieuwe tour op te nemen en er lag nog helemaal niets op de plank. Ik besloot voor mezelf om er met potlood een grote streep door te zetten. En toen belde Erik. Zonder dat hij iets had gehoord van mijn plannen, bleek hij dezelfde gedachte te hebben. Het is gewoon tijd voor wat anders.”
“Misschien ging het ons ook wel iets te gemakkelijk af”, vervolgt hij. Het is dus tijd om weer muzikale honger te krijgen. Op zoek naar nieuwe schoenen zonder de oude weg te gooien, want die lopen donders lekker. Of vertaald naar de situatie van Hendrik Jan Bökkers: “Het is geweldig om boerenrock te spelen en per jaar zo’n veertig tentfeestjes mee te pakken. Maar, er is meer op de wereld dan boerenrock. Black Crowes, Johnny Cash, Jayhawks, bluesmuziek. Ik vind gewoon heel veel mooi en wil niet in een hokje worden gestopt.”
Kip met gouden eieren
Niemand hoeft bang te zijn dat Hendrik Jan in een zwart gat valt. Zo is hij al druk bezig met z’n plannen voor de Bökkers theatertour die in september 2021 van start moet gaan. Of zoals hij het zelf omschrijft: liedjes met een verhaaltje. “Denk dan niet dat ik op een kruk ga zitten en alleen maar akoestisch speel en anekdotes – die zijn er overigens genoeg – vertel. Er kan zo maar een hele band op het podium staan. Theater biedt echt de gelegenheid om toffe dingen te doen. Ach, misschien word ik wel een ouwe lul.”
Ook al is het laatste concert nog niet gegeven, het is toch een goed moment om met de frontman en naamgever van de band terug te blikken. Had hij ingeschat met een boerenrockband drie keer de grote zaal van Paradiso in Amsterdam plat te spelen? Had hij verwacht Nederland aan zijn voeten te krijgen met dank aan een optreden op festival Noorderslag? Oftewel: had hij aan het begin durven te voorspellen dat Bökkers zo’n groot succes zou worden? “Nee, dit had ik echt niet durven dromen”, erkent hij ruiterlijk.
Zijn verwachtingspatroon was mede gebaseerd op de ervaring met Soundsurfer, de Engelstalige band met Bökkers en Neimeijer waarmee ze net niet zijn doorgebroken. De overstap naar Jovink en de Voederbietels kwam als geroepen. “Ik weet nog dat sommige collega’s versteld stonden dat ik bij – zoals zij het omschreven – die boeren ging spelen, maar ik vond hun nummers echt te gek.”
Dit feestje duurde een aantal jaar en toen kondigde Jovink z’n afscheid aan. Bökkers zat niet lang bij de pakken neer en besloot samen met kompaan Erik Neimeijer in het gat te duiken. “In de winterstop speelden we al voor de lol met de Normaal Coverband. En ik weet nog dat we in Luttenberg stonden en dat er zo’n zevenhonderd man op de been was. We keken elkaar aan en wisten het: dit is de kip met de gouden eieren.”
Met open vizier
Het was de geboorte van Bökkers dut Normaal. Zeker ook omdat de ouwe mannen van Normaal op de drempel van het muzikale rusthuis stonden, wisten de vier musketiers uit Heino en Luttenberg (naast Bökkers en Neimeijer ook Arjan Pronk en Jeroen Hobert, red.) de honger van de fans te stillen. “Toch kregen we al snel de vraag of we ook over eigen werk beschikten. Daar zat het volk blijkbaar toch op te wachten. Annie uut de bochte werd een soort van hit en langzaam kwam er steeds meer eigen werk bij. Ongelooflijk, maar waar: Bökkers werd een soort van community. Fantastische optredens. In de feesttent, bij festivals en in zalen van 1500 man. Waar ik het meest trots op ben, is dat we met vier kwalitatief goede muzikanten zijn gegroeid van coverband naar een band met eigen werk.”
Als de Heinoër had gekozen voor de gemakkelijkste weg, dan had hij nog prima een paar jaar op dezelfde voet kunnen doorgaan om z’n euro’s te verdienen. Het siert hem dat hij het aandurft om tegen de stroom in te roeien en te kiezen voor een muzikaal pad dat nog niet helemaal is uitgestippeld. De theatertour gaat er komen en verder is het een groot vraagteken. “Weet je waar ik veel zin in heb? Gewoon liedjes maken met een groep gelijkgestemde muzikanten. Niet vanuit de gedachte dat je een hit moet maken, maar gewoon met open vizier samen muziek maken. Dat is toch te gek?”