Is het een tic van de politieman of -vrouw in het algemeen of alleen die van Frank de Jonge? Zijn ontboezeming aan het begin van het gesprek geeft wel direct aan dat een agent zo’n 16 uur per dag ‘aan’ staat. En dan maakt het niet uit of hij aan het werk is. Of gewoon lekker privé aan het genieten is. “Als ik naar een concert ga, sta ik nooit bij het podium. Het liefst zelfs zover mogelijk achterin. Net als in een restaurant. Dan zit ik bij voorkeur met de rug tegen de muur. Ik heb graag overzicht.”
Eén ding is zeker. Als je gaat wandelen met de wijkagent voor Heino, Laag Zuthem en Lierderholthuis krijg je genoeg bekijks. Dat komt natuurlijk vooral doordat De Jonge in vol ornaat over straat loopt. Sommige dorpsgenoten zitten bijna achterstevoren op de fiets. Je ziet ze denken: “Wat zou die Buitenkamp (nu weer) hebben uitgevreten?” Gelukkig kan ik me verschuilen achter mijn (oprechte) journalistieke intenties…
Vanuit het hoofdkantoor van Hoezo Heino aan de Paalweg lopen we eerst in de richting van Heino-Zuid. Als ik me niet vergis, is het ook de wijk waar zijn voorganger Herman Rienties woont. “Nee, het was inderdaad niet gemakkelijk om in zijn voetsporen te treden”, lijkt hij gedachten te kunnen lezen. “Zeker niet als het gaat om een agent die werkzaam is in zijn eigen dorp. Iedereen kent hem, hij was gemakkelijk benaderbaar en gaf zelfs zijn mobiele nummer. Daarmee zijn de mensen wel verwend geraakt. .”
Een andere agent, een andere insteek. Dat is voor iedereen even wennen. “Toch voelde ik me gelijk heel erg welkom. Had meteen goede contacten met ondernemers, middenstanders, horeca en burgers. Er is hier sprake van een relaxte sfeer. Heel erg vergelijkbaar met Drenthe, de provincie waar mijn wortels liggen. Het helpt zeker dat ik machtig plat kan proat’n. Dat is altijd handig om het ijs te breken.”
IJsje eten
De Jonge maakt z’n rondes in de auto, op de motor of op de fiets. Het wisselt naar gelang de stemming, de drukte en de weersomstandigheden. “Als ik op de fiets rondrijd, maak ik graag een praatje met een voorbijganger. Of ik schuif gewoon aan bij iemand op het terras om een ijsje te eten. Even een gesprekje aanknopen. Dan hoor je soms nog wel eens iets interessants. Als je bijvoorbeeld voor de derde keer hoort dat zich ergens een dealertje bevindt, dan kun je daar naar handelen. Jazeker, we beschermen onze bronnen. Die informatie komt niet naar buiten.”
Waar Rienties zich roerde op Twitter is zijn opvolger meestal zichtbaar op Instagram. “De social media passen inmiddels prima in het beleid van de Nationale Politie. Dus ga ons volgen! Wat het oplevert? Voor de burger tips voor preventie en goed advies. En voor ons vooral bekendheid. Dat ze weten wie je bent. Belangrijk is wel om het doel in de gaten te houden en het niet te laten doorslaan in zelfverheerlijking. Want, dat zie ik helaas nog wel eens voorbij komen bij collega’s in den lande…”
Onze wijkagent zet de social media graag in om informatie te geven. Het ene moment praat hij over zijn werkdag, de andere keer deelt hij zijn route op de motor. “Dan zien ze in Laag Zuthem en Lierderholthuis ook dat ik daar ben geweest.” Maar Instagram wordt zeker ook preventief ingezet. “Ik gebruik het vaak om een snelheidscontrole aan te kondigen. Waarom? Nou, het doel is om de mensen langzamer te laten rijden. En dan telt een gewaarschuwd mens voor twee. Toch?”, aldus De Jonge die erkent dat de politie hier tegenwoordig inderdaad wat relaxter mee omgaat. “Ja, we zijn wel een iets andere weg ingeslagen.”
Dat is een heel subtiel bruggetje naar het vervolg van onze wandeling. Het gaat binnendoor langs Huis ter Heijne waar bouwvakkers druk in de weer zijn met de realisatie van enkele nieuwbouwwoningen. “Hij staat iets verderop, hoor!”, roepen ze naar de man in het blauw. Met als idee dat een collega even aan de tand wordt gevoeld. De Jonge moet lachen en roept terug: “Bedenk eens wat nieuws, joh! Die is al zo oud…”
“Zonde geld!”
Het tekent het sfeertje waarin de wijkagent zijn werk doet. Overigens is het goed om aan te geven dat hij niet elke werkdag in Heino, Laag Zuthem en Lierderholthuis te vinden is. Omdat zijn inzet elders in het werkgebied wordt verlangd. Of omdat hij onregelmatige diensten draait en dus ook uren moet compenseren. “In principe heb ik één wijkdag.”
We lopen nog effe door en steken de Woolthuisweg over om het bos in te duiken. “Hier is ook wel eens overlast geweest. Hangjeugd”, meldt hij terloops. Een mooie locatie om even op de foto te gaan. En dan is het wel goed om een einde te breien aan het wandelingetje. De plicht roept. Net als hij bij in zijn auto stappen, ziet hij nog een stel jonge fietsers. Druk aan het appen en weinig oog voor de overige weggebruikers. “Heb je geld teveel”, vraagt hij aan de jongeman die er vanaf komt met een waarschuwing. “Niet meer doen hè! Zonde geld!”