“Ik wil graag dienstbaar zijn aan de gemeenschap”
Op deze zonovergoten herfstdag, als de natuur zich op haar mooist laat zien, wandelt Ton van den Berg goedgemutst over de bospaden van landgoed Den Alerdinck. “Ik hou van Heino en alle havezaten”, zegt hij. “Hier ben ik vaak geweest, bijvoorbeeld als trouwambtenaar op locatie.”
Ton van den Berg, 81 jaar, draagt geen wandelschoenen, maar loopt op keurige, leren stappers en glijdt bij elke stap iets uit over de met bladeren bedekte paden. “In 2012 heb ik in de lappenmand gezeten”, vertelt hij. “Sindsdien probeer ik voldoende te bewegen. Een wandelingetje, een stukje fietsen, in het seizoen zwem ik in De Tippe. Fris hoor, in april met zo’n achttien graden, haha. Zo probeer ik fit te blijven. Voor mijn gezondheid.” Vandaag een wandelingetje. De lucht is helder en fris. Bladeren in rood, oranje en geel dwarrelen omlaag. “Ik houd van het platteland met mooie landgoederen”, antwoordt Ton op de vraag waarom hij in 1986 naar de functie van burgemeester solliciteerde. “Ik ben een boerenzoon. Heino had verschillende kernen, Lierderholthuis en Laag Zuthem. Vond ik mooi. Het kleinschalige, dicht bij de mensen. Niet het stadse, afstandelijke.”
Ambtenaar
Van den Berg groeide op in Appeltern, bij Nijmegen. “Na de middelbare school ging ik aan het werk. Leerling ambtenaar. Ik werkte in Bergharen, Druten, Oudewater, Vleuten-De Meern en Tubbergen. Al werkend ontwikkelde ik me en deed de opleidingen Gemeente-administratie I en II, aan de Bestuursschool, waar ik later ook parttime docent werd. Zo klom ik omhoog op de ambtelijke ladder. Toen ik zo’n tien jaar gemeentesecretaris in Tubbergen was dacht ik: laat ik de volgende stap proberen. Zo werd ik burgemeester van Heino. Er was genoeg te doen. Heino Krause ging dicht, de landbouwschool moest sluiten, er verdwenen voorzieningen door centralisatie”, memoreert oud-burgemeester Ton, die destijds met zijn vrouw Janny, zoon Marijn en dochter Angela de ambtswoning aan het Kerkpad betrok. “Er moest reuring komen, anders zou Heino verworden tot slaapdorp bij Zwolle. Dus werd bedrijventerrein Blankenfoort ontwikkeld en kwam er meer aandacht voor fietspaden en recreatie. Ik werkte met plezier in Heino, politiek was stabiel, nauwelijks criminaliteit, prettige omgang met gemeenteraad en college. Vele hoogtepunten ook. Zoals het bezoek van koningin Beatrix aan Heino in 1991.” CDA-burgemeester Van den Berg moest ‘zijn’ Heino noodgedwongen loslaten in 2001, toen Heino en Raalte werden samengevoegd. “Tsja, daar was ik niet blij mee”, zegt hij over de gemeentelijke herindeling. “Maar het moest. Helaas. En ik kon niet blijven. Een goed georganiseerde gemeente met een geordende administratie, zo liet ik Heino achter, met pijn in mijn hart. Ik ben nog wel een poosje waarnemend burgemeester geweest in Tubbergen.” Ton liet Heino los, maar Heino hem niet. Hij verkaste met Janny, met wie hij in 1968 getrouwd was, van de ambtswoning naar een woning aan de Sterappel. “Daar wandel ik regelmatig in het Wooldhuisbosje of bij de Vlaminckhorst.”
De laagstaande zon werpt lange schaduwen over ons looppad en we snuiven de natte kou op. Ton vertelt gedreven over alle kringen waarin hij actief is (geweest). “Ik was vicevoorzitter en secretaris van parochie-besturen, voorzitter van de KBO Overijssel, bestuurslid bij De Ambelt en Trias Jeugdhulp, vrijwilliger bij de Lourdes bedevaartstochten. Ik wil graag dienstbaar zijn aan de gemeen-schap. Muziek, ook belangrijk voor mij. Dat begon als tiener toen ik voor het eerst een blokfluit in handen kreeg. Later ging ik zingen. In de kerk, van misdienaar over naar het kerkkoor en vanzelf werden dat meer koren. Later werd ik dirigent en sloot me aan bij De Pompedoers, een hechte club van mannen die net als ik met pensioen waren. Ons repertoire bestond uit bekende liedjes uit de oude doos.” Ton steekt zijn armen spontaan in de lucht en zwaait uitbundig. “Om de boel te enthousiasmeren”, verklaart hij, lach op zijn gezicht. “Maar die handen kwamen op een gegeven moment niet meer zo hoog. Het leek me verstandig op mijn tachtigste te stoppen. De Pompedoers stopte vorig jaar helemaal. We drinken nog wel regelmatig samen koffie.”
Het bos ademt rust. Er klinkt getjilp van vogels. We kuieren richting het eindpunt van onze wandeling. “Saxofoon, ja, dat is nog wat”, zegt Ton. “Vlak voor mijn pensioen begon ik met spelen, ging op les. Nu speel ik in salonorkest Spoom, wekelijks repeteren en af en toe optreden. En koken! Ik zit in een kookgroepje bij topkok Paul Herbrink. Vijfmaal per jaar koken we samen. Nee, koken is geen talent van mij. Ik ben meer van de organisatie en het opeten. Al ben ik volgens mijn vrouw Janny meer dan een voldoende kok als ik thuis de mantelzorger ben.”
Een reactie achterlaten?