Hoezo topsport in Heino?
Snoeihard racen:BMX-er Mart Veltink
Het allerliefst fietst Mart Veltink (8) keihard van de startheuvel af. En die kan bij BMX behoorlijk steil zijn. Op de fiets is de jonge Heinoër helemaal in zijn element. Dat blijkt niet alleen uit de lol die van hem afstraalt als hij vol gas over het circuit racet, maar ook uit zijn palmares tot nu toe.
BMX: Bicycle Motocross, de X staat voor cross. Mart won al diverse bekers. Zilver bij de afdelingskampioenschappen regio Noord-Oost bijvoorbeeld. Bijzonder, omdat hij dit jaar pas zijn derde seizoen ingaat. Hoogtepunt tot nu toe was zijn deelname aan het EK in Verona vorig jaar. Het hele gezin Veltink trok erheen. Moeder Lisette, vader Wenco en broertje Jur (toen nog 4, inmiddels 5) zagen hem op de bloedhete baan naar de negende plek crossen. “Ik kreeg anderhalve week vrij van school, basisschool de Springplank”, vertelt Mart. “Het was hartstikke warm in Italië.” Wenco: “De baan ligt in een kom. Nergens was er schaduw, dus de temperaturen liepen hoog op. Zowel voor Mart als voor ons was het afzien.” Afgelopen winter had de fietscrosser met andere temperaturen te maken. Vanwege het slechte winterweer trainde hij verschillende keren in Lutten in de hal van Niek Kimmann, een bekende naam in het BMX-circuit. Een kleine wereld bovendien: een trainer van Mart, Mitchel Schotman, kent Justin, de broer van Niek. Zodoende kon er indoor getraind worden. De gebroeders Kimmann hebben in de hal van stevig aangedrukt zand een mooie baan aangelegd. Mart: “De bulten zijn kleiner en de bochten zijn scheper.” Lisette voegt toe: “Hierdoor leer je je fiets goed onder controle te houden. Een leuke baan om te leren dus. Het was voor ons een mooie uitvalsmogelijkheid wanneer het weer te slecht was.” Daarnaast gingen de trainingen buiten zoveel mogelijk gewoon door. Op dinsdag bij CRT in Raalte, op donderdag bij De Bissinghcrossers in Ommen en op zondag in Kampen, met dus uitvalsmogelijkheid in Lutten. Elke baan vereist een andere techniek.
Trainer Mitchel heeft in Kampen negen keer met Mart de spreekwoordelijke puntjes op de i gezet. “Mart wilde zelf graag beter worden, dus hebben we Mitchel gepolst. Die was zelf ook enthousiast om een aantal malen extra training te geven.” Met name de starthouding kwam aan bod. Bij BMX is de start namelijk van cruciaal belang; 80% bepalend voor de einduitslag. Tijdens de start wordt er gewerkt met lichten. Eerst rood, dan oranje en uiteindelijk groen. Keer op keer bleek Mart bij de laatste kleur pas echt van start te gaan. Om hierdoor meteen al meters achterop te raken. “Nu start ik op rood”, aldus Mart. “Als je voelt dat het starthek valt, dan kun je al fietsen.” De opa van Mart maakte bovendien een starthek, zodat er straks nog beter geoefend kan worden. En bedenk wel: na het vallen van het starthek kan Mart binnen een paar seconden ruim 30 km/u behalen. Wenco: “Mitchel heeft ook wat betreft algemene techniek een goede basis gelegd en zei de laatste keer: ik heb niets meer toe te voegen.” De trainer heeft bovendien meegekeken naar de fiets zelf. Een breder stuur dat bovendien niet te hoog staat. Het blijken, net als het verzet, allemaal details die je zelf uit moet zien te vogelen. “Welke fiets, materiaal, je hoort allemaal andere geluiden”, vertelt Lisette. “Veel is ook een gevoelskwestie. Maar in het begin heeft hij echt met een te hoog verzet gefietst. Hij kwam de berg amper op. De sport is blessuregevoelig. Gelukkig kan Mart te allen tijde terecht bij de Fysiotherapiepraktijk Heino, waar kinderfysiotherapeut Isabelle Geerdink
hem al een aantal keren heeft behandeld.”
Het begon ooit met fietscrossende buurjongen Daan, door wie Mart als 3-jarige geïnspireerd werd. Dat wilde hij ook: BMX! Hij moest destijds nog even wachten tot hij 5 was. Inmiddels lijkt de hele familie besmet met het BMX-virus. Broertje Jur traint minstens zo fanatiek in Raalte. Wenco: “Jur is sterk in zijn beentjes. En niet bang. Ik heb altijd gefietst en geschaatst. Helaas ben ik te oud om met BMX te beginnen. Wel heb ik het parcours in Raalte een paar keer gefietst, het is een geweldige sport.” “Ik vind het leuk om toe te kijken”, aldus Lisette. “Die lol willen we er ook in houden, zowel voor onszelf als voor de jongens. Bij ons draait er veel om fietscross maar echt niet alles. De balans moet niet doorslaan. School heeft de hoogste prioriteit. Mart moet aan het eind van de week ook niet te moe zijn. Bovendien, het plezier staat voorop!” Het schema voor het wedstrijdseizoen, dat van juni tot juni loopt, wordt erbij gepakt. Eind maart is het weer begonnen. Zowel voor NFF als KNWU, de twee bonden. Hierdoor zijn er veel wedstrijden. Die overigens lang niet allemaal bezocht worden. Mart doet ook mee aan de Topcompetitie (TC), de hoogste KNWU-competitie van Nederland. Vorig jaar eindigde hij als derde in het klassement. Bovendien verzamelde Mart genoeg punten om dit jaar mee te mogen doen met het EK. Ditmaal in Bordeaux. Het staat al omlijnd in de agenda: 14, 15 en 16 juli. Het WK was ook een optie, maar iets te ver weg: USA. Lisette: “Bovendien lever je daar je kind om 8 uur af en zie je hem ’s avonds weer. Dat willen we niet. Hij is nog zo jong.” “Maar… al zetten wij zelf de route uit, Mart heeft ook dingen voor ogen”, zegt Wenco. “Dat bleek vorig jaar voor Verona. Hij had al zitten rekenen of zijn puntenaantal genoeg was.” Dit jaar heeft hij het EK in Bordeaux in het vizier.
De wedstrijden, in zowel binnen- als buitenland, het was vooraf geen doel. Het gezin is erin gerold en ziet het nog steeds als leuke ontdekkingstocht. Veel reizen, slapen in de caravan. “De 3-nations wedstrijden zijn altijd gezellig”, vertelt Wenco. “Dan sta je met andere gezinnen gezellig op de camping. Bijvoorbeeld dit jaar in Ahnatal, Duitsland. Je kent elkaar, er hangt een leuke sfeer.” Dat is overigens niet overal het geval. Zoals in alle sporten komt er soms kinnesinne om de hoek kijken. “Dan staan er langs de baan mensen die meer weten over het aantal punten dat Mart heeft dan ikzelf”, zegt Lisette lachend. Er valt voor de toeschouwers genoeg te zien. Een BMX-wedstrijd bestaat namelijk uit verschillende manches. De beste rijders gaan steeds een manche verder. Daarvan belanden de beste acht tenslotte in de finale. Een wedstrijd rijden is volgens Mart echt het aller leukste dat er is. “Die wil ik graag winnen.” Bij de start na de winter was het nog even spannend: waar staat hij nu? Goed, zo bleek tijdens de wedstrijden. Mart won tijdens de openingswedstrijd alle manches en halve finale. Door pech eindigde hij in de finale als vijfde. En de trainingen hebben zeker effect. Bij de tweede finale had hij zelfs een kopstart. Door pech in de eerste bocht werd hij ook daar vijfde. Maar al met al heeft de jonge Heinoër veel zin in het nieuwe fietsseizoen!