Roy van der Burg is Heinose troef voor toekomstig Olympisch succes
Alles op alles voor een medaille op de Paralympics
Wordt het Tokio 2020 of misschien wel een andere ‘Verweggistan-bestemming’ in 2024? We zijn nog maar vier maanden onderweg in 2014, maar het vizier van Roy van der Burg (12) is al volledig gericht op het volgende decennium. De Heinose tafeltennisser barst van het talent en wil dolgraag naar de Paralympics. De Olympische gedachte van ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ kan hem gestolen worden. Als je naar het mooiste toernooi ter wereld mag gaan, dan moet je ook strijden voor het hoogst haalbare, vindt hij. ‘Ik heb een hekel aan verliezen.’
Als je Roy voor het eerst ontmoet, kijk je in het gezicht van een jonge, frisse, gezonde en vrolijke Nederlandse knul. Pas als hij zich moet voortbewegen, merk je dat het enigszins moeizaam gaat. Hoewel hij inmiddels ook met zijn beenprothese een behoorlijke snelheid kan ontwikkelen, zijn bepaalde hobby’s en bezigheden voor hem moeilijk of zelfs uitgesloten. ‘Ik ben geboren met een gezond been en een been zonder kuitspieren. Als gevolg daarvan moesten ze later ook een teen amputeren. Toen ik anderhalf jaar oud was, kreeg ik al mijn eerste prothese. Bij dit bedrijf Proreva uit Zwolle kom ik nog steeds, want mijn eigen instrumentenmaker weet precies wat hij moet doen. Elke drie maanden krijg ik een nieuwe prothese.’
Eigenlijk was voetbal zijn sport en het is nog steeds een leuke hobby, maar zijn handicap maakt het onmogelijk om in een team te spelen. Bij toeval kwam Roy bijna drie jaar geleden in aanraking met tafeltennis en het heeft zijn hart veroverd. ‘Ik ga nooit meer iets anders doen. Er zit heel veel in. Snelheid, variatie en het is fantastisch om iemand te foppen met een goede service of effectbal. Dat zijn mijn sterke wapens’, zegt hij stralend.
Bij de lokale tafeltennisclub was er een talentendag waarbij ook bondscoach Gerard Dijkland aanwezig was. Hij was direct onder de indruk en wilde meer van hem zien, maar ongelukkig genoeg moest Roy eerst onder het mes. Tijdens een open dag bij revalidatiecentrum De Vogellanden in Zwolle kwamen ze elkaar weer tegen en de bondscoach bleek de jonge Heinoër nog niet te zijn vergeten. In het bijzijn van zijn vader maakten ze de afspraak om een keer te komen spelen op Papendal. Dat beviel van beide kanten zo goed dat het nieuwe talent werd toegevoegd aan de trainingsgroep.
YouTube
En zo maakt Roy momenteel flink wat trainingsuren. Verdeeld over Heino waar hij ook nog competitie speelt en Zwolle waar hij een speciale opleiding volgt aan het Centre for Sport & Education van Landstede. Ook speelt hij in ieder geval één keer op Papendal, zodat hij elke week wel twintig uur met een batje in zijn handen staat. ‘Soms hebben we ook trainingsweekenden op Papendal. Dan speel je wel twaalf uur in een weekend. Zwaar? Ach, het valt op zich wel mee. Ik weet dat ik alles uit de kast moet halen als ik iets wil bereiken. En sporten is toch echt het leukste wat er is?’, stelt Roy die opgroeit in een ondernemend (vader en moeder zijn eigenaar van Camping Heino) gezin waarin een zekere topsportmentaliteit heerst. Moeder Brigit was een turnster en broer Luck speelt momenteel in de jeugdopleiding van FC Twente. En vader Toon is ondanks zijn westerse wortels een fervent carnavalsvierder en al jaren lid van de Raad van Elf van de Sökkestoppers. Noem dat maar geen topsport…
Roy is fanatiek genoeg om het maximale er uit te halen, maar hij wordt wel enigszins ‘tegengewerkt’ door zijn prothese. ‘Het zou ideaal zijn als ik van een sportprothese gebruik kan maken, want ik kom nu te vaak op mijn hakken terecht. In een sportprothese zitten meer mechanismes, waardoor ik soepeler, sneller en beter beweeg en ook meer voorover kan staan. We gaan het nog wel proberen, maar de kans is vrij groot dat het niet wordt vergoed door de verzekeringsmaatschappij. Hoeveel het kost? Nou, mijn gewone prothese kost al tussen de drie- en vierduizend euro. Voor een sportprothese mag je daar nog wel een paar duizend euro bij tellen.’
Jammer voor Tafeltennisvereniging Heino, maar de kans is vrij groot dat de club het vanaf komend seizoen zonder Roy van der Burg moet stellen. ‘Mijn trainer in Zwolle wil me daar graag jeugdcompetitie laten spelen. Het is een veel grotere club, waardoor ik op een hoger niveau kan spelen en sneller kan leren. Ik moet vooral nog meer controle over de bal zien te krijgen en rustiger worden. Mijn probleem is dat ik te snel wil scoren. Bij tafeltennis is het belangrijk om geduld te hebben’, weet de jeugdige Heinoër die graag naar YouTube kijkt voor mooie tafeltennismomenten. ‘Onze sport komt helaas weinig op televisie, dus je bent aangewezen op het internet. Daar kan ik veel leren over hoe ik moet bewegen.’
Sportopleiding
Af en toe mag Roy namens Nederland in actie komen tijdens een internationaal toernooi. Hij komt dan uit in de klasse 8, bedoeld voor minder valide sporters die ondanks hun handicap nog redelijk kunnen bewegen, maar bepaalde ballen niet meer kunnen halen. Zo was hij begin 2014 in Hongarije waar hij het onder andere moest opnemen tegen de 50-jarige (!) nummer 12 van de wereld. ‘Best spannend, want die man heeft een bronzen medaille gewonnen tijdens de Paralympics in Athene. Maar dit soort wedstrijden heb ik wel nodig. Als ik de kans krijg om meer buiten Nederland te spelen, leer ik de tegenstanders beter kennen en weet ik op een gegeven moment wat hun zwakke plekken zijn. Gelukkig gaan we in de herfst naar Zuid-Frankrijk. Dat wordt een mooie ervaring, want de meeste deelnemers aan de laatste Paralympics zullen daar actief zijn. Ik ben dan één van de jongsten.’
Het talent schat in dat hij op de nieuwe wereldranglijst net bij de eerste honderd van de wereld staat. Dat betekent dat hij er ook ruim honderd achter zich houdt. Dat is toch een behoorlijke prestatie als je nog maar 12 jaar bent. Wil hij de laatste sprong naar de echte internationale top maken, dan betekent het dat er meer geld moet vrijkomen. En Roy beseft terdege dat hij dan niet meer alleen naar zijn ouders kan kijken. ‘Ik denk de laatste tijd wel steeds meer na over steun van bedrijven, want zonder sponsoring wordt het een moeilijk verhaal om de Paralympics te halen.’